294
Trefwoorden
Dither technieken worden ook gebruikt voor het reduceren van digitale audio
word-length (d.w.z., 20 naar 16-bit conversie).
DSP (Digital Signal Processor)—Een chip speciaal ontworpen voor het bewerken
van grote hoeveelheden data op een hoge snelheid en in real time. Dit type processor is
ideaal bij het bewerken van digitale audio data.
Dynamiek bereik —Het verschil tussen de hardste en de zachtste signaalniveaus in
een systeem. In een audio apparaat is dit normaal gesproken het verschil tussen het
maximale output niveau en residual noise floor (lett. overblijvende ruis bodem). In een
digitaal systeem wordt het beschikbare dynamiek bereik bepaald door de data resolutie,
ongeveer 6 dB per digitale bit. Hiermee zou een 16-bit systeem een theoretisch dyna-
misch bereik van 96 dB voort moeten kunnen brengen.
Edit buffer—Het geheugen gedeelte waar de huidige mix instellingen opgeslagen
worden. Als een mix scene wordt opgeslagen, wordt de Edit Buffer data opgeslagen in
het geselecteerde scene geheugen. Als een mix scene wordt opgeroepen wordt de data
van het geselecteerde scene geheugen gekopieerd naar de Edit Buffer.
EFF—Afkorting voor effect.
Emphasis—Een techniek die gebruikt wordt om de geluidsprestatie van de eerste
generatie AD/DA converters te verbeteren door de analoge signalen boven de 3.5 kHz
met 6 dB/octaaf te verhogen voor A/D conversie. Emphasis werd gedetecteerd door de
D/A converter en de de-emphasis werd toegepast na D/A conversie. Alhoewel het
tegenwoordig niet meer wordt gebruikt, zijn emphasis functies vaak beschikbaar voor
compatibiliteit met oude digitale opnamen.
EQ snapshot—Een verzameling EQ instellingen.
Fade time—De tijd die nodig is om de faders naar de nieuwe posities te verplaatsen
als een mix scene wordt opgeroepen. Kan gebruikt worden voor crossfading tussen
kanalen.
Fs—Afkorting voor sampling frequentie.
General MIDI (GM)—Een uitbreiding op de MIDI Standaard die o.a. bepaalt dat een
General MIDI toongenerator minimaal 24 stemmig polyfoon moet zijn, 16 parts en 128
gespecificeerde preset voices moet bevatten.
GR—Afkorting voor gain reduction.
Laag-Niveau Signal—Een signaal in het bereik van –100 dB tot –20 dB. Microfoon
en electrische gitaar sigfnalen zijn in dit bereik. In tegenstelling tot Line-Level Signal.
LCD (Liquid Crystal Display)—Een display die gebruik maakt van vloeibare kris-
tallen (liquid crystals) om karakters en grafische afbeeldingen voort te brengen.
LED (Light Emitting Diode)—Een diode die oplicht als er een electrische stroom
passeert.
Line-Niveau Signaal—Een hoog-niveau signaal in het bereik van –20 dB tot +20 dB.
Meeste audio apparatuur voert signalen uit op line niveau. In tegenstelling tot
Laag-Niveau Signaal.
LSB (Least Significant Byte) — De byte van een digitaal woord die de laagste waarde
voorsteld. In tegenstelling tot MSB.
MIDI (Musical Instrument Digital Interface)—Een internationaal overeengeko-
men standaard waarmee electronische muziekale instrumenten en audio apparatuur
kunnen communiceren.
MIDI Device Number—Een nummer schema dat gebruikt wordt om individuele
apparaten in een MIDI syteem te indentificeren, normaal gesproken gebruikt bij het
versturen van System Exclusive data.
01V—Nederlandstalige handleiding