Download Print deze pagina

Yamaha O1V Gebruikershandleiding pagina 247

Advertenties

238
Hoofdstuk 17—MIDI
User Defined (door u te bepalen) MIDI controllers
De [SOLO] knoppen, [ON] knoppen en faders van kanalen 1 tot en met 16 en Master
kunnen gebruikt worden als MIDI controllers bij het op afstand bedienen van MIDI
apparatuur. Een MIDI data string tot 16 bytes lang wordt toegewezen aan ieder bedie-
ningselement en toewijzingen gelden alleen als REMOTE pagina 3 zichtbaar is. Selec-
teert u een andere pagina voeren deze bedieningselementen hun normale functies uit.
Vier toewijzingsinstellingen kunnen opgeslagen worden in banken 1 tot en met 4.
1.
Ga met de [REMOTE] knop naar de REMOTE pagina 3, zoals hieronder
getoond wordt.
Als deze pagina zichtbaar is, versturen de [SOLO] en [ON] knoppen en faders op kana-
len 1 tot en met 16 en Master de toegewezen MIDI data als hun stand gewijzigd wordt.
Andere knoppen zijn niet beschikbaar.
2.
Selecteer met de [SEL] knoppen de kanalen 1 tot en met 16 of Master en selecteer
met de cursor knoppen en [ENTER] knop de SOLO, ON en FADER schakelaars.
Knoppen worden ook geselecteerd door hun stand te wijzigen. Als u bijvoorbeeld
kanaal fader 5 wijzigt wordt deze automatisch geselecteerd. De schakelaar van de gese-
lecteerde knop verschijnt opgelicht. Het Master kanaal bevat geen [SOLO] knop.
3.
Selecteer met de cursor knoppen de DATA parameters en stel deze in met het
PARAMETER wheel of [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
De volgende hexadecimale DATA waarden kunnen ingesteld worden.
Hex: 00–FF
SW: [SOLO] en [ON] knoppen (7F voor ON, 00 voor OFF)
FAD: Faders (00–7F)
END: Voltooit het commando
4.
Selecteer met de cursor knoppen de BANK schakelaars en druk vervolgens op
de [ENTER] knop om de geselecteerde bank te activeren.
De schakelaar van de actieve bank verschijnt opgelicht.
In UNLATCH mode functioneren de [SOLO] en [ON] knoppen 'tijdelijke' schakelaars
en de gespecificeerde data wordt verstuurd als deze ingedrukt en weer losgelaten wor-
den. SW wordt verstuurd als 7F als knoppen worden ingedrukt en 00 als deze worden
losgelaten.
In LATCH mode functioneren de [SOLO] en [ON] knoppen als 'latch' schakelaars
(d.w.z. deze blijven aan als deze worden ingedrukt) en de gespecificeerde data wordt
alleen verstuurd als deze worden ingedrukt. SW wordt verstuurd als 7F als knoppen
worden ingedrukt en 00 wordt verstuurd als de knoppen nog een keer worden inge-
drukt.
Als een Control Change message wordt ontvangen terwijl de REMOTE pagina zicht-
baar is verschijnt de waarde in de DATA boxen, waardoor duidelijk zichtbaar is welke
Control Change wordt verstuurt als, bijvoorbeeld, de schuif van een externe MIDI con-
troller wordt bewogen.
01V—Nederlandstalige Handleiding

Advertenties

loading