194
Hoofdstuk 15—Andere Functies
Faders & [ON] Knoppen Toewijzen
Aan de faders en [ON] knoppen van input kanalen 1 tot en met 16 en de stereo uitgang
(master) kunnen andere functies worden toegewezen anders dan hun normale functies.
Input kanaal faders 1 tot en met 4 kunnen gebruikt worden om de bus out master
niveaus te besturen, die niet met eigen faders uitgerust zijn. Deze toewijzingen zijn
alleen actief als REMOTE pagina 1 zichtbaar is. Selecteer een andere pagina en de
[ON] knoppen en faders voeren hun normale functies uit. Vier toewijzing instellingen
kunnen opgeslagen worden in banken 1 tot en met 4.
1.
Ga met de [REMOTE] knop naar de REMOTE pagina 1, zoals hieronder
getoond wordt.
Als deze pagina zichtbaar is, voeren faders en [ON] knoppen functies uit die hier zijn
toegewezen, niet hun normale functies.
2.
Selecteer met de [SEL] knoppen 1 tot en met 16 en MASTER de kanalen waaraan
u [ON] knoppen en faders wilt toewijzen.
3.
Selecteer met de cursor knoppen de parameters boxes en stel deze in met het
PARAMETER wheel of [–1/DEC] en [+1/INC] knoppen.
Beschikbare functies van de faders en [ON] knoppen worden weergegeven in de vol-
gende tabellen.
4.
Selecteer met de cursor knoppen de BANK schakelaars en druk vervolgens op
de [ENTER] knop om de geselecteerde bank te activeren.
De schakelaar van de actieve bank verschijnt opgelicht.
Eigen gemaakte toewijzingen kunnen worden opgeslagen in hun respectievelijke ban-
ken als andere banken zijn geselecteerd, en banken kunnen worden opgeslagen met
MIDI Bulk Dump. Zie "Bulk Dump" op pagina 232 voor meer informatie.
Om een bank terug te zetten naar zijn oorspronkelijke toewijzingen moet u deze bank
eerst de actieve bank maken, de INITIALIZE schakelaar selecteren en vervolgens op
de [ENTER] knop drukken. Een bevestigingsdialoogbox verschijnt. Selecteer OK en
druk vervolgens op de [ENTER] knop om uw handeling te bevestigen. De geselec-
teerde bank wordt gereset naar zijn begin toewijzing.
01V—Nederlandstalige handleiding