SYNCHRONE WERKING
Eén bediening voor twee verbonden automatiseringen.
Elektrische aansluitingen
Sluit de twee printplaten aan met een UTP CAT 5-kabel.
Steek op beide printplaten een RSE-kaart, gebruikmakend van de connector RSE_1.
Voer de elektrische aansluiting van de apparatuur en uitrustingen uit.
Raadpleeg voor de elektrische aansluitingen van de apparatuur en uitrustingen het hoofdstuk ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN.
De apparatuur en uitrustingen moeten worden aangesloten op de printplaat die als MASTER ingesteld wordt.
A
B GND
A
B GND
S1 GND
Programmering
Alle hierna beschreven programmeringshandelingen moeten alleen op de MASTER-printplaat worden uitgevoerd.
Zet de poort RSE_1 in [Synchroon].
Activeer het delen van de parameters die op de Master-slagboom geprogrammeerd zijn met de Slave-slagboom.
Na de programmering van de MASTER-automatisering in [Synchroon], wordt de tweede automatisering automatisch SLAVE.
Gebruikers opslaan
Alle hierna beschreven handelingen voor het opslaan van gebruikers moeten alleen op de MASTER-printplaat worden uitgevoerd.
Zie de functie [Nieuwe gebruiker] voor het opslaan van gebruikers.
Werkingsmodus
1
Instructie OPENEN-SLUITEN (2-7), ALLEEN OPENEN (2-3) of ALLEEN SLUITEN (2-4)
2
Instructie GEDEELTELIJKE OPENING (2-3P)
MASTER
RSE
UTP CAT 5 (max 1000 m)
SLAVE
A
B GND
A
B GND
S1 GND
MASTER
SLAVE
RSE