Signaleringsapparatuur
1
Extra lamp
Voor een betere verlichting van de bewegingsruimte.
2
Extra knipperlicht
Knippert tijdens het openen en sluiten van de automatisering.
Zie functie [F18 - Extra lamp].
3
Lampje automatiseringsstatus
Geef de status van de automatisering aan.
Zie functie [F10 - Lampje ingang open].
4
Ledstrip en/of RGB-kroon
Knipperende rode leds geven aan dat de automatisering beweegt.
Vast brandende groene leds geven aan dat de automatisering geopend is.
Vast brandende rode leds geven aan dat de automatisering gesloten is.
Snel knipperen rode leds geven aan dat de inspectieluik geopend is, of dat de motor ontgrendeld is, of dat de as is gevallen.
1
10 11 E1 TS 1
2
3 3P 4
5
7
2 CX CY CZ
3
+
R
G