Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin Altherma 3 R F ERGA04DAV3 Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur pagina 54

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma 3 R F ERGA04DAV3:
Inhoudsopgave

Advertenties

8 Configuratie
#
Code
[2.7]
[2‑0C]
Afgiftesysteem
▪ 0: Vloerverwarming
▪ 1: Ventilo-convector
▪ 2: Radiator
De instelling van het afgevertype heeft als volgt een invloed op het
instelpuntbereik van de ruimteverwarming en de doel-delta T bij
verwarming:
Afgiftesysteem
Instelpuntbereik
Hoofdzone
ruimteverwarming
[9‑01]~[9‑00]
0: Vloerverwarming Maximum 55°C
1: Ventilo-
Maximum 55°C
convector
2: Radiator
Maximum 65°C
OPMERKING
Het maximale instelpunt voor ruimteverwarming hangt af
van het type afgever zoals te zien is in bovenstaande
tabel. Als er 2 watertemperatuurzones zijn, is het maximale
instelpunt het hoogste van de 2 zones.
VOORZICHTIG
Als er 2 zones zijn, is het belangrijk dat de zone met de
laagste watertemperatuur geconfigureerd is als de primaire
zone en de zone met de hoogste watertemperatuur is
geconfigureerd als de secundaire zone. Het systeem niet
op deze manier configureren, kan schade aan de
warmteafgevers veroorzaken.
VOORZICHTIG
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn
geconfigureerd, kan er water met een hoge temperatuur
naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪ Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge
temperaturen naar een lage temperatuur-afgever te
voorkomen.
▪ Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7]
en voor de secundaire zone [3.7] correct instelt in
overeenstemming met de aangesloten afgever.
INFORMATIE
Afhankelijk van de doel-delta T zal de gemiddelde
afgiftetemperatuur
variëren.
gemiddelde afgiftetemperatuur door een hogere doel-delta
T tegen te gaan, kan het aanvoerwater-instelpunt (vast of
weersafhankelijk) worden aangepast.
Instelpuntbereik
U kunt het bereik van de aanvoerwatertemperatuur voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone begrenzen. Deze instelling dient om
een verkeerde aanvoerwatertemperatuur (nl. te warm of te koud) te
voorkomen. Daarom kan het beschikbare bereik voor de gewenste
verwarmingstemperaturen geconfigureerd worden.
OPMERKING
Bij een toepassing met vloerverwarming is het belangrijk
om
de
maximale
verwarmen te beperken volgens de specificaties van de
vloerverwarmingsinstallatie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
54
Beschrijving
Doel-delta T bij
verwarming [1‑0B]
Variabele (zie [2.B])
Variabele (zie [2.B])
Vast 10°C
Om
het
effect
op
uitlaatwatertemperatuur
bij
INFORMATIE
Enkel voor EHVZ: als de binnenunit is aangesloten op een
hogetemperatuur-afgiftesysteem en er is een gelijktijge
vraag in beide afgiftezones, en als het instelpunt van het
aanvoerwater hoger dan 60°C wordt ingesteld in het
volledige werkbereik, dan kan er een toename zijn van het
energieverbruik.
OPMERKING
▪ Wanneer
aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten
ook
alle
aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden
blijven.
▪ Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers). De
gewenste aanvoerwatertemperatuur is het resultaat
van verschillende instellingen (voorgeprogrammeerde
waarden,
curven, aanpassing). Bijgevolg kunnen te hoge of te
lage aanvoerwatertemperaturen overtemperaturen of
gebrek aan capaciteit veroorzaken. Door het bereik van
de
aanvoerwatertemperaturen
geschikte waarden (afhankelijk van de warmteafgever)
kunnen dergelijke situaties vermeden worden.
Voorbeeld: Stel de minimumaanvoerwatertemperatuur in op 28°C
om te vermijden dat de kamer NIET opgewarmd kan worden:
aanvoerwatertemperaturen MOETEN voldoende hoger zijn dan de
kamertemperaturen (in verwarming).
#
Code
Het gebied van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming)
[2.8.1]
[9-01]
[2.8.2]
[9-00]
de
Bediening
Bepaalt hoe de werking van de unit wordt geregeld. Er zijn 3
mogelijkheden:
het
de
bereiken
voor
gewenste
aanvoerwatertemperaturen
met
de
omschakelwaarden,
weersafhankelijke
te
beperken
Beschrijving
Minimum instelpunt verwarming
15°C~37°C
Maximum instelpunt verwarming
▪ [2‑0C]=2 (type afgever primaire zone =
radiator)
37°C~65°C
▪ Anders: 37°C~55°C
ERGA04~08DAV3(A) + EHVZ04+08S18+23DA +
EHVZ04+08S18+23DJ
Daikin Altherma 3 R F
4P495249-1B – 2019.06
de
gewenste
tot

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave