5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Opstelling
a
b c
d
e
h
h
M
f
g
h
A
Aanvoerwatertemperatuur secundaire zone
B
Kamer 1
C
Kamer 2
D
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
E
Kamer 3
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone)
f
Bijkomende pomp
g
Hoofdpomp
h
Afsluiter
i
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
j
Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren (ter
plaatse te voorzien)
k
Gebruikersinterface die als kamerthermostaat gebruikt
wordt
HPC1...3
Warmtepompconvectoren (te plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslussen (ter plaatse te voorzien)
▪ Voor de primaire zone: de kamertemperatuur wordt geregeld door
de
gebruikersinterface,
die
(optionele apparatuur EKRUDAS) wordt.
▪ Voor de secundaire zone:
▪ De externe thermostaat is rechtstreeks op de binnenunit
aangesloten.
▪ De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de externe
thermostaat en de thermostatische kleppen van de radiatoren in
elke kamer.
▪ Het signaal voor vraag naar verwarming van de externe
thermostaat is in parallel op de digitale input van de binnenunit
aangesloten (X2M/35a en X2M/30). De binnenunit zal alleen de
gewenste
secundaire
wanneer dit werkelijk gevraagd wordt.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪ #: [2.9]
▪ Code: [C-07]
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
i
A
C
B
HPC1
HPC2
HPC3
j
j
i
D
E
h
FHL1
FHL2
FHL3
k
als
kamerthermostaat
gebruikt
aanvoerwatertemperatuur
leveren
Waarde
2 (Kamerthermostaat): De unit
werkt op basis van de
omgevingstemperatuur van de
gebruikersinterface.
Let op:
▪ Primaire
kamer
gebruikersinterface
gebruikt
als kamerthermostaatfunctie
▪ Andere
kamers
=
externe
kamerthermostaatfunctie
Instelling
Aantal watertemperatuurzones:
▪ #: [4.4]
▪ Code: [7-02]
In geval
van warmtepompconvectoren:
Externe kamerthermostaat voor
de secundaire zone:
▪ #: [3.A]
▪ Code: [C-06]
Output afsluiter
Voordelen
▪ Comfort. De slimme kamerthermostaatfunctie kan de gewenste
aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de
werkelijke kamertemperatuur (aanpassing).
▪ Efficiëntie.
▪ Afhankelijk van de vraag zal de binnenunit verschillende
aanvoerwatertemperaturen leveren om aan de gewenste
temperatuur van de verschillende warmteafgevers te voldoen.
▪ Vloerverwarming
warmtepompsysteem.
5.3
De tank voor warm tapwater in/
opstellen
5.3.1
Systeemlayout – Ingebouwde
warmtapwatertank
k
M
a
b c d
e
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Warmtewisselaar
d
Back-upverwarming
e
Gemotoriseerde 3-wegklep (schakelt tussen
ruimteverwarming en warm tapwater)
f
Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone)
g
Hoofdpomp
h
Bijkomende pomp
i
Afsluiter
j
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
=
k
Warmtapwatertank
FHL1...3
Vloerverwarmingslussen (ter plaatse te voorzien)
UI
Gebruikersinterface (ter plaatse te voorzien)
HPC1...3
Warmtepompconvectoren (te plaatse te voorzien)
Waarde
1 (2 zones): Primair + secundair
1 (1 contact): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan
sturen.
Ingesteld om de thermovraag
van de primaire zone te volgen.
levert
de
beste
prestaties
j
UI
HPC1
HPC2
f
i
i
j
M
h
g
i
i
FHL1
FHL2
ERGA04~08DAV3(A) + EHVZ04+08S18+23DA +
EHVZ04+08S18+23DJ
Daikin Altherma 3 R F
4P495249-1B – 2019.06
met
het
HPC3
FHL3