Drukverhogingsinstallaties
GENO-FU-X, GENO-HR-X
E
Inbedrijfstelling
Bestelnr. 730 960-nl_124 Opgesteld: phar-mawi G:\BA-730960-NL_124_DRUCKERH-GENO-FU-X_HR-X.DOCX
56
Voorzichtig! De netaansluiting van de installatie mag pas tot stand
worden gebracht / worden ingeschakeld, als de centrifugaalpomp gevuld
en de pomp ontlucht is. Gevaar op drooglopen van de centrifugaalpomp
door ingesloten lucht.
Voorzichtig! De kap op de gasvulventiel van het membraanexpansievat
heeft een afsluitfunctie en moet volgens de voordrukinstelling worden
vastgedraaid.
Werkzaamheden bij inbedrijfstelling
1. Aan-uitknop op de drukverhogingsinstallatie uitschakelen.
2. Afsluiters (zuig-/drukzijde) van de drukverhogingsinstallatie sluiten.
3. Aftappen sluiten (zie afb. D-1).
4. Centrifugaalpomp aan vulopening vullen.
5. Afsluiters aan de zuigzijde van de drukverhogingsinstallatie langzaam
openen.
6. Netaansluiting van installatie tot stand brengen, inschakelen (de
centrifugaalpomp start op en er wordt druk opgebouwd).
7. Afsluiters in de waterafvoer van de installatie langzaam openen en de
erachter gelegen installatie via een aftappunt ontluchten.
Drukverhogingsinstallatie GENO-FU-X
De drukinstelling (werkdruk) op bedieningspaneel controleren.
Eventueel de voorspandruk aan membraanexpansievat aanpassen
(zie hoofdstuk E-2).
Bij dubbele installaties moet bij iedere centrifugaalpomp in
handbediening de drukinstelling (werkdruk) worden ingesteld.
Drukverhogingsinstallatie GENO-HR-X
De inschakeldruk controleren en eventueel aanpassen zoals
beschreven in hoofdstuk E-3.
8. Test de droogloopbeveiliging (vlotter- of drukschakelaar).
9. Installatie algemeen via visuele controle op dichtheid controleren.