NL
HANDLEIDING
OBjEcTEN VERLIchTINgSKaNaaL
Object 0: "Ingang: Verlichtingskanaal blokkeren" (lengte 1 bit)
De schakel-/dimuitgangen van het verlichtingskanaal worden met een
AAN-signaal geblokkeerd en met een UIT-signaal gedeblokkeerd.
Met behulp van parameters kan de toestand van het verlichtingskanaal na
het blokkeren en deblokkeren worden vastgelegd.
Object 1: "Ingang: Verlichtingskanaal handmatig aan/uit" (lengte 1 bit)
Opgelet: absoluut noodzakelijk bij de halfautomatische modus!
Handmatige bediening blijft bij aanwezigheid na afloop van de nalooptijd
beschikbaar, als in de parameters "Tijdens aanwezigheid" is ingesteld.
Is de parameter "Met gedeactiveerde lichtmeting tijdens blokkeertijd"
geselecteerd, dan is de lichtmeting niet actief gedurende de ingestelde tijd.
Daarna schakelt het apparaat over naar de normale modus. De handmatige
bediening is niet van invloed op de bewegingsdetectie. De functie wordt
doorgestuurd naar communicatieobjecten 5/6.
Object 2: "Uitgang: Verlichtingskanaal aan/uit" (lengte 1 bit)
Bij behoefte aan kunstlicht (schakeldrempel 1/richtwaarde via parameter) en
aanwezigheid zendt de uitgang een AAN-signaal.
Bij voldoende daglicht en/of afwezigheid wordt na afloop van de nalooptijd
een UIT-signaal verzonden.
Object 3: "Ingang: Verlichtingskanaal 1/bevestiging actuator" (lengte 1 bit)
Met behulp van dit object kan het statusobject van een actuator worden
uitgelezen. Als de actuator niet door het apparaat wordt gestuurd, wordt
het apparaat via een AAN-signaal ingeschakeld en zonder beweging
na de nalooptijd uitgeschakeld. Bij een UIT-signaal schakelt het apparaat
uit en is daarna direct weer in de stand-bymodus. Alleen beschikbaar als
"Bevestiging actuator" geactiveerd is.
PD 360/8 KNX BASIC
(EB10430442)
OBjEcTEN LIchTWaaRDE
Object 4: "Uitgang: actuele lichtwaarde" (lengte 2 bytes)
Via dit object wordt de huidige actuele lichtwaarde uitgelezen.
Daarbij worden verschil en factor van interne lichtwaarde meegenomen.
Deze waarde wordt gebruikt voor de analyse van de lichtwaarde van het
verlichtingskanaal.
OBjEcTEN BEWEgINg
Object 5: "Ingang: Bewegingsdetectie blokkeren" (lengte 1 bit)
Bij een AAN-signaal wordt de interne bewegingsdetectie geblokkeerd, en
bij UIT weer gedeblokkeerd. De rode LED geeft aan dat bewegingsdetectie
geblokkeerd is.
Object 6: "Ingang: Beweging van slave/master" (lengte 1 bit)
Triggeringang voor parallelschakeling master/master of ingang van slave.
Object 7: "Uitgang: Bewegingsdetectie" (lengte 1 bit)
Uitvoer van de eigen PIR-bewegingsdetectie.
OBjEcT RESET
Object 8: "Ingang: Reset" (lengte 1 bit)
Bij een AAN-signaal op dit object start het apparaat opnieuw op.
www.esylux.com
2 /6