PRESENTIEMELDER
• PDE 360i/8
•
• PDE 360i/24
•
• PDE 360i/KORRIDOR
•
NL
PRESENTIEMELDER
Wij feliciteren u met de aankoop van dit ESYLUX kwaliteitsproduct. Deze gebruiksaanwijzing staat borg
voor een goede werking. Lees de handleiding aandachtig en bewaar ze om later eventueel te kunnen nalezen.
1 • VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
LET OP: Werkzaamheden aan het 230V-net mogen uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel
uitgevoerd worden conform de geldende installatievoorschriften/-normen. Voor montage van het
product de netspanning uitschakelen.
Het product is alleen bestemd voor normaal gebruik (volgens de gebruiksaanwijzing).
Aanpassingen, toevoegingen of schilderen zijn verboden omdat hierdoor iedere
garantieaanspraak vervalt. U dient het toestel onmiddellijk na het uitpakken op
beschadigingen te controleren. Bij beschadiging mag het toestel in geen geval in
gebruik genomen worden.
Wanneer aannemelijk is dat veilig gebruik niet gewaarborgd kan worden, dient u het
toestel direct buiten gebruik te stellen en onbedoeld gebruik ervan te voorkomen.
2 • BESCHRIJVING
De ESYLUX PDE 360i/8, PDE 360i/24 en PDE 360i/Korridor zijn aanwezigheidssensoren
met 360° detectiehoek voor plafondmontage. Automatische lichtregeling op basis van
aanwezigheid en daglicht. Extra schakelcontact "HVAC" voor het aansturen van verwarming,
ventilatie, airconditioning op basis van aanwezigheid.
Te programmeren via afstandsbediening, dus snel en exact instellen van diverse parameters
zonder gereedschap of kabels.
3 • INSTALLATIE / MONTAGE / AANSLUITING
• De aanbevolen montagehoogte bedraagt 2,50 - 3 m. Stijgt de montagehoogte,
stijgt ook de reikwijdte, maar daalt de gevoeligheid. Optimaal voor het activeren zijn
bewegingen dwars ten opzichte van de melder. Bij een directe en frontale benadering
is het voor de melder moeilijker een beweging te herkennen met het gevolg dat de
reikwijdte duidelijk kleiner is.
• Plaats de melder in functie van de ruimtelijke omstandigheden en vereisten (fig. 1 (1)
Zittende personen (2) Werkplek (3) Loopzone/Dwars op de sensor).
• Monteer het product nooit zonder eerst de netspanning te onderbreken.
• De sensoren zijn ontworpen voor plafondinbouw (fig. 2, plafondopening ca. Ø 56 - 68 mm).
• Netvoeding (Powerbox fig. 3a) volgens aansluitschema (fig. 5).
• De melder PDE 360i/Korridor dient zo gemonteerd te worden dat de segmenten van de
fresnellens (fig. 3c) in de lengterichting van de gang wijzen.
(5.1) Standaardwerking
(5.2) Standaardwerking met extra aansturing door sluitknop.
Met de knop kan het licht indien nodig handmatig aan- en afgezet worden.
(5.3) Meester-slaaf-schakeling: het meestertoestel schakelt aangesloten verbruikers in functie van de
ingestelde parameters. De slaaftoestellen dienen enkel voor de aanwezigheidsherkenning en geven
een impuls aan het meestertoestel als zij een beweging waarnemen. Opgelet: aan een
meestertoestel kunnen max. 10 slaaftoestellen worden aangesloten.
OPMERKING: Een parallelschakeling van master-apparaten is niet toegestaan!
• Sensorgedeelte (meester) via RJ 11 stekker (fig. 3b) met de power box (ingang meester)
verbinden.
4 • INBEDRIJFSTELLING EN INSTELLING
Bij levering is de melder op fabrieksprogramma afgesteld en is daardoor klaar
voor gebruik.
Individuele instellingen kunt u met de afstandsbediening (fig. 7) eenvoudig doorvoeren.
• Fabrieksprogramma
Lux-waarde: werkplek (ca. 400 lux)
Tijdinstelling kanaal 1: 5 min
Tijdinstelling kanaal 2: 60 min
Volautomatische werking
• Zet de netspanning aan
Een initialisatiefase (opwarmen) van ca. 60 s begint.
De rode LED signaleert de toestanden van kanaal 1 = verlichting, de groene LED van
kanaal 2 = HVAC.
Rode LED en groene LED knipperen langzaam (f = 1 Hz) = EEPROM is leeg.
Rode LED en groene LED knipperen snel (f = 4 Hz) = EEPROM heeft met de
afstandsbediening ingestelde gegevens opgeslagen. De aangesloten verlichting is aan.
• LED-indicatie na het opwarmen
Het omgevingslicht ligt onder de ingestelde lichtwaarde © daarna is de LED als
verklikkerlampje voor de bewegingsdetectie actief = 2 x kort flitsen per waargenomen
beweging (rode LED en groene LED). De aangesloten verlichting is aan.
OPMERKING: De rode en groene LED branden in bedrijfsmodus alleen als ze van tevoren niet
zijn gedeactiveerd via de functie LED ON/OFF
op de afstandsbediening. De leds branden
ON/OFF
dan alleen nog in de opwarmfase en in de programmeermodus ter bevestiging van instellingen
met de afstandsbediening.
Er is meer omgevingslicht dan de ingestelde lichtwaarde © de rode LED is UIT.
Aanduiding van bewegingsdetectie alleen via de groene LED. Aangesloten verlichting
is UIT.
4.1. Werkwijze voor kanaal 1 = verlichting
Functie "volautomatisch"/"halfautomatisch"
"Volautomatisch" en "halfautomatisch" selecteert u met de "
IR-afstandsbediening.
FIG. 1
3,00 m
3,00 m
FIG. 4
www.esylux.com
FIG. 6
4.1.1 Werkwijze "volautomatisch"
De verlichting gaat automatisch aan wanneer de melder door een beweging geactiveerd
wordt en het omgevingslicht onder de ingestelde lichtwaarde ligt. Worden geen
bewegingen waargenomen en is de ingestelde nalooptijd verstreken, gaat het licht
automatisch uit.
Om bij aanwezigheid ongewenst aan-/uitgaan van de verlichting als gevolg van plotse
veranderingen in de helderheid te vermijden, wordt de melder uitsluitend tijdvertraagd
geactiveerd. Bijvoorbeeld: een langstrekkende wolk zou onnodig schakelen kunnen
veroorzaken.
Tijdvertraging van "licht naar donker": 30 s
Tijdvertraging van "donker naar licht": 5 min
Bijkomende handmatige verlichtingssturing met volautomatische werking
Met de
toets op de IR-afstandsbediening of met de externe toets (toets – arbeidsstroom –
ON/OFF
met nulleideraansluiting), die met de "S"-klem van de melder verbonden is (fig. 5.2), kunt u de
verlichting altijd handmatig aan- en afzetten.
Wordt het kunstlicht ondanks hoge helderheid in de kamer handmatig aangezet
(omgevingslicht is sterker dan de ingestelde lichtwaarde), blijft de verlichting aan zolang
de melder nog een beweging waarneemt. Na het waarnemen van de laatste beweging
en het verstrijken van de ingestelde nalooptijd gaat de verlichting uit. Om effectief energie
te sparen wordt de verlichting nochtans na 30 min automatisch afgezet, ook wanneer nog
beweging waargenomen wordt of de nalooptijd nog actief is.
De verlichting kan daarna altijd weer handmatig bediend worden.
Wordt het kunstlicht handmatig afgezet, blijft de verlichting uit zolang de melder nog een
beweging waarneemt. De melder keert na het waarnemen van de laatste beweging eerst
naar de vorige instelmodus terug, nadat de nalooptijd verstreken is.
4.1.2. Werkwijze "halfautomatisch"
Hebt u voor "halfautomatisch" gekozen, moet u de verlichting met de
IR-afstandsbediening of met de externe toets (toets – arbeidsstroom – met
nulleideraansluiting), die met de "S"-klem van de melder verbonden is, aanzetten.
Dit betekent dat bewegingen de melder niet kunnen activeren.
Wordt het kunstlicht ondanks hoge helderheid in de kamer handmatig aangezet
(omgevingslicht is sterker dan de ingestelde lichtwaarde), blijft de verlichting aan zolang
de melder nog een beweging waarneemt (de lichtmeting is inactief). Na het waarnemen
van de laatste beweging en het verstrijken van de ingestelde nalooptijd gaat de verlichting
uit. Om effectief energie te sparen wordt de verlichting nochtans na 30 min automatisch
afgezet, ook wanneer nog beweging waargenomen wordt of de nalooptijd nog actief is.
De verlichting kan daarna altijd weer handmatig bediend worden.
Wordt het kunstlicht bij geringe helderheid in de kamer handmatig aangezet
(omgevingslicht is zwakker dan de ingestelde lichtwaarde), blijft de verlichting aan
zolang de melder nog een beweging waarneemt (de lichtmeting is actief). Na het
waarnemen van de laatste beweging en het verstrijken van de ingestelde nalooptijd
gaat de verlichting uit.
Neemt het daglicht echter toe en stijgt het omgevingslicht boven de ingestelde lichtwaarde,
zet de melder de verlichting 5 min na het bereiken van de ingestelde lichtwaarde
automatisch af. De verlichting kan daarna altijd weer handmatig bediend worden.
4.2. Werkwijzen voor kanaal 2 = HVAC
Het HVAC-kanaal (verwarming, ventilatie, klimaatregeling enz.) schakelt enkel automatisch
nadat een beweging de melder heeft geactiveerd en zonder invloed van de lichtwaarde.
5 • AFSTELLING MET DE AFSTANDSBEDIENING
De met de afstandsbediening ingevoerde waarden blijven opgeslagen.
De waarden gaan ook bij stroomuitval niet verloren.
Met de afstandsbediening Mobil PDi/MDi (fig. 7) kunt u de instellingen zonder ladder
of gereedschap comfortabel vanaf de begane grond programmeren. Richt de
afstandsbediening tijdens het programmeren direct op de presentiemelder zodat een
optimale ontvangst gewaarborgd is. Houd er rekening mee dat directe zonnestraling
de standaardreikwijdte van ca. 6 m door het infraroodgehalte van het zonlicht sterk
kan beperken
.
Functiebeschrijving
Toets
Signaalontvangst:
De rode of groene LED knippert gedurende 2 s. © Het signaal van
-
de afstandsbediening werd verstaan.
De rode of groene LED flitst 2 x kort. © Het signaal van de
-
afstandsbediening werd niet verstaan.
Programmeermodus deactiveren
Druk deze toets om de programmeermodus af te sluiten.
De melder reageert nu automatisch volgens de ingestelde waarden.
A
" toets op de
M
PDE 360i/8
PDE 360i/24
1
1
3,00 m
2
2
3
3
PDE 360i/Korridor
10,00 m
3
2
3
FIG. 5
5.1
D1D2
5.3
0,55 m
toets op de
ON/OFF
Opmerking: In de vergrendelde programmeermodus kunnen alleen de
toetsen LICHT ON/OFF
, TEST
, RESET
en de toets 4h ON/OFF
ON/OFF
TEST
RESET
worden bediend.
Alle andere toetsen zijn vergrendeld.
FIG. 2
Ø = 56 - 68 mm
= 6 - 8 mm
5.2
Master
Master
D1D2
Master
Slave (optional)
D1D2
Next
Slave-sensor
max. 10pc`s
FIG. 7
Mobil-PDi/MDi
Functiebeschrijving
Toets
Programmeermodus oproepen
Druk deze toets om de programmeermodus op te roepen.
1. De aangesloten verlichting is UIT.
- Druk op toets
, de verlichting gaat AAN/UIT.
De rode en groene LED blijven aan zolang de melder zich in
programmeermodus bevindt.
2. De aangesloten verlichting is AAN.
- Druk op toets
, de verlichting gaat AAN.
De rode en groene LED blijven aan zolang de melder zich
in programmeermodus bevindt.
Opmerking: Sluit u de programmeermodus niet met de toets
de melder de programmeermodus automatisch 10 min nadat u de laatste toets
hebt ingedrukt.
De melder reageert tijdens de programmeermodus niet op bewegingen.
Inlezen van het actuele omgevingslicht als in-/uitschakelwaarde voor de verlichting.
• De waarde van het actuele omgevingslicht (bereik tussen 5 - 2000 lux) kan als
schakelwaarde ingelezen worden.
Onthoud: Druk op de
geblokkeerd is.
Knippert de LED snel, is de actuele waarde van het omgevingslicht
te hoog (> 2000 lux) of te laag (< 5 lux), d.w.z. de actuele waarde
van het omgevingslicht kan niet worden ingelezen.
2 mogelijkheden voor het inlezen:
1. Actuele lichtverhoudingen als inschakelwaarde inlezen (met uitgeschakelde verlichting)
Inleesmethode: Zorg er voor dat de programmeermodus
geactiveerd is.
Druk dan op de
omgevingslicht bereikt is.
Bevestigen van het ontvangen signaal: Aangesloten verlichting gaat
AAN/UIT en de rode LED knippert langzaam.
Tijdens de inleesprocedure blijft de rode LED langzaam knipperen.
Is de inschakelwaarde ingelezen, gaat de verlichting AAN.
Nu begint het inlezen van de uitschakelwaarde.
Onthoud: de aangesloten tl-lampen gaan ieder 5 min aan tot de tl-lampen hun
maximale lichtkracht bereikt hebben. Is de inleesprocedure geslaagd, gaat de
verlichting UIT en de rode LED brandt weer ononderbroken.
2. Actuele lichtverhoudingen als uitschakelwaarde inlezen (met ingeschakelde verlichting):
Inleesmethode: Zorg er voor dat de programmeermodus geactiveerd is.
Druk dan op de
bereikt zijn.
Bevestigen van het ontvangen signaal: Aangesloten verlichting gaat
UIT/AAN en de rode LED knippert langzaam.
Tijdens de inleesprocedure blijft de rode LED langzaam knipperen.
Is de uitschakelwaarde ingelezen, gaat de verlichting UIT.
Nu begint het inlezen van de inschakelwaarde.
De inleestijd bedraagt 10 s.
Is de inleesprocedure geslaagd, gaat de verlichting AAN en de rode
LED brandt weer ononderbroken.
Drukt u op de toetsen lichtwaarde (LUX) wordt het signaal als volgt bevestigd:
1. De aangesloten verlichting is UIT.
- Druk op de toets, de verlichting gaat AAN/UIT.
De rode LED knippert gedurende 2 s.
2. De aangesloten verlichting is AAN.
- Druk op de toets, de verlichting gaat UIT/AAN.
De rode LED knippert gedurende 2 s.
10
Vaste inschakelwaarde (10 lux)
LUX
100
Vaste inschakelwaarde (100 lux)
LUX
250
Vaste inschakelwaarde (250 lux)
LUX
400
Vaste inschakelwaarde (400 lux)
LUX
600
Vaste inschakelwaarde (600 lux)
LUX
ON/OFF
800
Vaste inschakelwaarde (800 lux)
LUX
20 00
Vaste inschakelwaarde (2000 lux)
LUX
FIG. 3
3a
RJ 11
3b
3c
LED
FIG. 8
8b
8a
af, beëindigt
toets terwijl de programmeermodus niet
toets wanneer de gewenste waarde voor het
toets wanneer de gewenste lichtverhoudingen