7
Als u de unit installeert op een frame,
plaats dan een waterbestendige plaat (op
minder dan 150 mm van de onderkant
van
de
unit)
of
afvoerblindpropkit (optie) om druppelend
afvoerwater
te
voorkomen.
afbeelding).
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Controleer de stevigheid en het vlak van de ondergrond van de
installatie opdat de unit na de installatie geen trillingen of lawaai
veroorzaakt.
Zet de unit zoals in de funderingstekening van de afbeelding is
aangegeven stevig vast met behulp van de funderingsbouten.
(Zorg voor vier sets M12-funderingsbouten, moeren en ringen).
Draai de ankerbouten in de fundering tot zij nog 20 mm boven
het oppervlak van de fundering uitsteken.
A
140
620
B
47
423
614
A Afvoerzijde
B Onderaanzicht (mm)
C Afvoeropening
Installatiemethode ter voorkoming van kantelen
Indien het risico bestaat dat de eenheid gaat kantelen, installeer deze
dan zoals in de afbeelding is aangegeven.
breng lussen aan in de 4 kabels, zoals aangeduid op de
tekening
schroef het bovendeksel los op de vier punten die met A en B
zijn aangeduid
steek de schroeven door de lussen en schroef ze goed vast
C
A
plaats van de 2 bevestigingspunten aan de voorzijde van de unit
B
plaats van de 2 bevestigingspunten aan de achterzijde van de unit
C
kabels: niet bijgeleverd
Opstelling van de afvoerbuis
Als de opstelling van de afvoerleiding vanuit de buitenunit
moeilijkheden oplevert (als afvoerwater bijvoorbeeld op iemand
zou spatten), zorg dan voor afvoer via een afvoeraansluitstuk
(los verkrijgbaar).
Controleer dat de afvoer goed werkt.
gebruik
een
(Zie
140
C
B
A
A
Ruimte voor onderhoud van de installatie
De hier gebruikte cijfergegevens gelden voor de afmetingen van voor
modellen van de klasse 71-100-125-140. De cijfers tussen ( ) geven
de afmetingen weer voor de modellen van de klasse 100-125-140.
(Eenheid: mm)
(Raadpleeg hoofdstuk
"Voorzorgsmaatregelen bij de installatie" op
pagina
4)
Voorzorgsmaatregel
(A) In geval van niet-gestapelde installatie
Obstakel aanzuigkant
Obstakel afvoerkant
Obstakel linkerkant
Obstakel rechterkant
Obstakel bovenkant
(B) In geval van gestapelde installatie
1.
In geval van obstakels voor de uitlaatzijde.
2.
In geval van obstakels voor de luchtinlaat.
Niet meer dan één unit stapelen.
Voor het leggen van de afvoerleiding van de bovenste buitenunit is
ca. 100 mm ruimte nodig. Dicht het gedeelte A af zodat er geen lucht
uit de uitlaat kan ontsnappen.
(C) In geval van installatie in meerdere rijen (voor gebruik op daken,
enz.)
1.
In geval één unit per rij wordt geïnstalleerd.
≥500
(1000)
(Zie afbeelding 1)
Obstakel aanwezig
1
Sluit de onderkant van
het installatieframe in
dit geval af om te
voorkomen dat de
uitgeblazen lucht
ontsnapt
2
In deze gevallen kunt
u slechts 2 units
installeren.
Deze toestand is niet
toegelaten
A
≥1000
A
≥200
(300)
≥50
(100)
≥1000
(2000)
≥100
(200)
Montagehandleiding
4