28
Storingen
Storingen
Bij functiestoringen moet u het ventiel onmiddellijk uitschakelen en tegen opnieuw
inschakelen beveiligen. Storingen mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel
worden opgelost met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften.
Storing
Ventiel werkt niet
Ventiel sluit niet
Ventiel opent niet bij onderdruk Ventielzitting en ventielschotel
Oorzaak
Fout in de besturing
Geen perslucht of perslucht te
laag
Fout in de elektra
ext. Stuurventiel defect
Tankdruk te hoog
Vuil/vreemde voorwerpen
tussen klepzitting en kleps-
chotel
Afdichtvlakken beschadigd
Afsluitschroef in de ventiel-
schotel niet ingesteld
Bij ventilatie met terugmelding
Initiator te hoog ingesteld
zijn verkleefd
Ventielschotel is mechanisch
geblokkeerd
Gebruiksaanwijzing · VARIVENT
Oplossing
Configuratie van de installatie
controleren
Persluchtvoorziening contro-
leren
Luchtslangen controleren op
doorlaat en dichtheid
Aansturing/externe regelaar en
elektrische kabelgeleiding
controleren
Stuurventiel vervangen
Tankdruk verlagen tot 1 bar
Ventielhuis en -zitting reinigen
Zitting en ventielschotel
vervangen
Afsluitschroef instellen
Initiator instellen, zie „Initia-
toren instellen" (Pagina 37)
Ventielzitting + ventielschotel
controleren en reinigen
Blokkade verhelpen
®
Vacuümventiel V
Uitgave 2016-06-30