3.
3. Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting op de achterzijde van de printer.
4.
4. Sluit het netsnoer aan op het stopcontact.
5.
5. Druk op de knop AAN (ON) om de printer aan te zetten.
De printer inschakelen
6.
6. Plaats papier in de printer.
Vellen in de printer plaatsen
Rollen laden in de printer
7.
7. Installeer de software.
De installatieprocedure voor de driver varieert afhankelijk van het verbindingstype.
De printerdriver installeren
De printerdriver installeren (macOS)
388