Netwerkstatus en probleemoplossing
Controleer de netwerkstatus die verwijst naar de informatie van de LAN-instelling op het touchscreen.
Netwerkinstellingen printen
Netwerkstatus
Normaal verbon-
1. Als u niet kunt printen, controleert u de onderstaande items:
1.
den.
Als u niet kunt prin-
ten, raadpleegt u 1
om te zien wat u
moet doen.
2. Als u de netwerkverbindingsmethode (bekabeld/draadloos) wilt wijzigen, verandert u deze
Wi-Fi is uitgescha-
Voer de installatie van de printer uit aan de hand van de instructies in de handleiding.
keld op de printer.
Bedrade LAN-ver-
•
• Controleer of de printer is verbonden met de router met de LAN-kabel.
binding is uitge-
schakeld.
• Zorg ervoor dat de netwerkapparaten (zoals hub of router) zijn ingeschakeld.
•
Er is geen IP-adres
• Als u het IP-adres van de printer automatisch opgeeft, schakelt u DHCP in op de router.
•
toegewezen.
• Als u het IP-adres van de printer handmatig opgeeft, wordt het adres uitgeschakeld omdat dit
•
De standaardgate-
Controleer de onderstaande items om te communiceren door te schakelen tussen routers (door
way is niet opgege-
bijvoorbeeld een cloudtoepassing te gebruiken).
ven.
•
• Zorg ervoor dat het apparaat dat is opgegeven als de standaardgateway aan staat.
•
• Geef het standaardgatewayadres juist op.
Geen verbinding
Controleer de status van de printer, netwerkapparaten (zoals draadloze router) of smartphone/ta-
met het opgegeven
blet.
netwerk.
• Als deze zijn uitgeschakeld, schakelt u de apparaten in.
•
• Controleer of het draadloze signaal sterk is.
• of de computer is verbonden met Wi-Fi
• of de firewall van uw beveiligingssoftware is ingeschakeld
•
• of een privacyscheiding, SSID-scheiding of netwerkscheidingsfunctie is ingeschakeld op
uw draadloze router
Als een van de bovenstaande items is ingeschakeld, schakelt u dit uit voordat u verder-
gaat met de installatie.
• of de netwerknaam (SSID) van de printer overeenkomt met die van de router waarmee
verbinding moet worden gemaakt
op het netwerkinstellingenscherm van de printer.
Als de LAN-kabel loszit, sluit u deze goed aan.
Als de LAN-kabel is aangesloten op de WAN-zijde van de router, sluit u de kabel aan op de
LAN-zijde van de router.
buiten het geldige bereik valt. U hebt bijvoorbeeld (0.0.0.0) opgegeven als IP-adres.
Geef het geldige IP-adres op.
Als u de standaardgateway wilt controleren, drukt u de informatie over de netwerkinstellingen
af.
Opmerking
• Voor sommige printers kunt u de standaardgateway controleren op het bedieningspa-
neel.
Oplossing
310