Terug naar beginpagina
Instellingen
ñ
I
nstellingen
Beeldscherminstellingen
U kunt de beeldkwaliteit van het
afspeelscherm, achtergrondscherm, enz.
aanpassen.
1
Raak het linker ondergedeelte van het
scherm aan en blijf dit aanraken.
Het scherm Screen Control verschijnt.
2
Pas de verschillende onderwerpen als
volgt aan.
Achtergrondscherm
116
Bright/ Helderheid, Tint/ Tint,
Color/ Kleur, Contrast/ Contrast,
Black/ Zwart, Sharpness/ Scherpte
Voor aanpassing van resp. helderheid, tint,
kleur, contrast, zwart en scherpte.
Dimmer
Dimmermodus selecteren.
ON: Het scherm en de knoppen worden
gedimd.
OFF: Het scherm en de knoppen worden niet
gedimd.
SYNC (standaard): De dimmerfunctie
wordt in- of uitgeschakeld wanneer de
verlichtingsschakelaar van de auto aan of uit
wordt gezet.
NAV-SYNC: De dimmerfunctie wordt in- of
uitgeschakeld naargelang de weergave-
instelling van Navigation Day/Night.
Mode/ Modus (alleen scherm Playback)
Schermmodus selecteren.
Full/ Volledig: Modus Full picture (volledige
afbeelding)
Just/ Uitv: Modus Justify picture (aanpassen)
Zoom/ Zoomen: Modus Zoom picture
(inzoomen)
Normal/Normaal: Modus Normal picture
(normaal)
OPMERKING
• Wat er kan worden aangepast kan verschillen,
afhankelijk van de huidige bron.
• U kunt deze functie alleen uitvoeren als u de
parkeerrem hebt aangetrokken.
• De beeldkwaliteit kan voor elke bron worden
ingesteld.