Als u een apparaat en de printer verbindt via Directe verbinding, worden de verbindingsgegevens
in de Wi-Fi-instellingen opgeslagen. Het is mogelijk dat het apparaat automatisch met de printer
wordt verbonden, zelfs nadat de verbinding is verbroken of als het met een andere draadloze
router wordt verbonden.
Om automatische verbinding met de printer in de modus Directe verbinding te voorkomen, wijzigt
u de verbindingsmodus nadat u de printer hebt gebruikt of configureert u de Wi-Fi-instellingen
van het apparaat zodanig dat het apparaat niet automatisch verbinding met de printer maakt.
Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het apparaat is geleverd of neem contact op met de
fabrikant voor meer informatie over het wijzigingen van de instellingen van uw apparaat.
• Als u een apparaat en de printer via Directe verbinding verbindt, is de internetverbinding mogelijk niet
meer beschikbaar, afhankelijk van de omgeving. In dat geval kunnen webservices voor de printer niet
worden gebruikt.
• In de modus Directe verbinding kunt u maximaal vijf apparaten tegelijkertijd verbinden. Als u een
zesde apparaat probeert te verbinden terwijl er al vijf apparaten verbonden zijn, wordt er een
foutbericht weergegeven.
Als een foutbericht wordt weergegeven, koppelt u een apparaat los dat de printer niet gebruikt en
herhaalt u de instellingen.
• Apparaten die via Directe verbinding met de printer zijn verbonden, kunnen niet met elkaar
communiceren.
• Als een apparaat met de printer is verbonden zonder dat een draadloze router wordt gebruikt en u
het apparaat opnieuw met dezelfde verbindingsmethode wilt installeren, dan moet u de verbinding
met het apparaat eerst verbreken. Schakel de verbinding tussen het apparaat en de printer in het
Wi-Fi-instellingenscherm uit.
39