C-3
Er is geen IP-adres toegewezen. (U kunt ook controleren of het item '3-2-12' in de afgedrukte informatie
over netwerkinstellingen leeg is.)
Controleer de volgende items.
Is de printer ingesteld om automatisch een IP-adres te verkrijgen of vraagt
Controle 1
de draadloze router om handmatige adressering?
Raadpleeg de handleiding van de draadloze router om de DHCP-instellingen (automatische verwerving) op de
draadloze router in te schakelen of om een geldig IP-adres op de printer in te stellen.
Als u het IP-adres van de printer handmatig instelt, is mogelijk niet het juiste
Controle 2
IP-adres ingesteld.
Controleer de netwerknaam (SSID) en het wachtwoord van de draadloze router waarmee u verbinding wilt
maken, het toepasselijke bereik van het IP-adres en voer vervolgens het juiste IP-adres op de printer in. Als u
het niet zeker weet, stelt u het IP-adres van de printer in op automatisch (DHCP).
C-5
Kan geen verbinding maken met het opgegeven netwerk. Controleer de volgende items.
Controleer de status van de printer, het netwerkapparaat (bijv. draadloze
Controle 1
router) en uw computer/smartphone/tablet.
Communicatie met een draadloze router moet zijn afgestemd op de 2,4 GHz- of 5 GHz-frequentieband.
De netwerknaam (SSID) van de 2,4 GHz-frequentieband en de netwerknaam (SSID) van de 5 GHz-
frequentieband kunnen niet in combinatie worden gebruikt.
Controleer de netwerknaam (SSID) die is ingesteld voor de printer en stem deze af op de netwerknaam (SSID)
van de juiste frequentieband van de Wi-Fi-router.
Het wachtwoord op uw draadloze router komt mogelijk niet overeen met het
Controle 2
wachtwoord dat u hebt ingevoerd.
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Voer het wachtwoord juist in.
Bewaak de signaalstatus en verplaats de printer en de draadloze router zo
Controle 3
nodig.
• Plaats de printer en de draadloze router zodanig dat er zich geen obstakels tussen beide bevinden.
Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen
gebrekkig.
• De draadloze communicatie kan worden verhinderd door bouwmaterialen die metaal of beton bevatten.
Als de printer ten gevolge van een muur niet via Wi-Fi kan communiceren met de computer, zet u de
printer en de computer in dezelfde ruimte.
• Nadat u de installatielocatie hebt gewijzigd, drukt u de informatie over de netwerkinstellingen opnieuw
af en controleert u de status van het signaal. Vergelijk met de waarde in sectie '3-2-1' in de afgedrukte
informatie over netwerkinstellingen om de installatielocatie te bepalen.
381