*1 Alleen wanneer de andere luidspreker dan
„Common" is geselecteerd.
*2 Wanneer „Peaking"-filter is geselecteerd, kunt
u de Q-factor aanpassen. Wanneer „High Pass"
of „Low Pass" filter is geselecteerd, kunt u de
curve aanpassen.
OPMERKING
• U kunt de EQ-punten en de curve aanpassen
op basis van een vooringestelde EQ. Roep de
vooringestelde EQ op en raak de preset-toets aan
om hem te deselecteren voor aanpassing.
10
Wanneer u klaar bent met de
aanpassingen, sla dan de resultaten op
als een voorinstelling en controleer de
gevolgen door van presets te wisselen
of door de de parametrische equalizer te
zetten op [ON] en [OFF].
11
Gebruik de grafische equalizer om laatste
aanpassingen te maken. (P.68)
Audio-instellingen-geheugen
Instellingen voor audioregeling kunnen
worden opgeslagen. De opgeslagen
instellingen kunnen op elk moment worden
opgeroepen.
1
Druk op de knop [ ][HOME].
2
Raak [ ] aan.
3
Raak [Audio] aan.
h Het scherm Audio verschijnt.
h
4
Raak [Audio Memory] aan.
[SETUP Memory]
■
Vergrendel of ontgrendel de Audio SETUP
Geheugen/Terugroepen/Wissen.
[Audio SETUP Memory]
■
Onthoud de huidige audio-instellingen.
• FAD/BAL/Zone/Luidspreker/X'over,
Equalizer (Voorinstelling gebruiker, SW-
niveau), Positie/DTA, Geluidseffect (P.66)
[Audio SETUP Recall]
■
Roep de opgeslagen audio-instelling op.
[Audio SETUP Clear]
■
Wis het geluid-SETUP-geheugen en de
huidige opgeslagen geluidsinstelling.
Audio regelen
77
Dutch