6 Koelmiddel vullen
OPMERKING
▪ Gebruik de flaremoer die op de hoofdunit is bevestigd.
▪ Om gaslekken te voorkomen, brengt u koelolie aan op
alleen de binnenkant van de verbreding. Gebruik
koelolie voor R32 (Voorbeeld: FW68DA).
▪ Hergebruik GEEN verbindingen.
WAARSCHUWING
Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de
compressor inschakelt. Als de koelmiddelleidingen NIET
zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen
openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de
compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een
abnormale druk in de koelcyclus, wat kan leiden tot schade
aan de apparatuur en zelfs letsels.
5.2.3
Koelmiddelleiding op buitenunit
aansluiten
▪ Leidinglengte. Houd de lokale leidingen zo kort mogelijk.
▪ Bescherming leidingen. Bescherm de lokale leidingen tegen
fysieke schade.
1 Sluit de koelvloeistofaansluiting van de binnenunit aan op de
vloeistofafsluiter van de buitenunit.
a
c b
a
Vloeistofafsluiter
b
Gasafsluiter
c
Servicepoort
2 Sluit de gasaansluiting van de binnenunit aan op de gasafsluiter
van de buitenunit.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de
binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of
afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
5.3
Koelmiddelleiding controleren
5.3.1
Op lekkages controleren
OPMERKING
Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie "PS
High" op het naamplaatje van de unit).
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of
deksels van afsluiters doen barsten.
▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en
bevriest wanneer de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
flareverbindingen kan veroorzaken (tussen de messing
flaremoer en de koperen flare).
Montagehandleiding
10
ammoniak,
dat
corrosie
van
1 Vul het systeem met stikstofgas tot op een manometerdruk van
minstens 200 kPa (2 bar). Het is aanbevolen de druk tot
3000 kPa (30 bar) te verhogen om kleine lekken te vinden.
2 Test op lekkages door de bubbeltestoplossing op alle
verbindingen aan te brengen.
3 Verwijder alle stikstofgas.
5.3.2
Vacuümdrogen
1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1 MPa
(−1 bar) aangeeft.
2 Wacht 4-5 minuten en controleer de druk:
Indien de druk...
Niet verandert
Stijgt
3 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een meterdruk van
−0,1 kPa (–1 bar).
4 Controleer na het uitschakelen van de pomp de druk gedurende
minstens 1 uur.
5 Indien u het beoogd vacuüm NIET kunt bereiken of het vacuüm
NIET gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende:
▪ Controleer opnieuw op lekken.
▪ Vacuümdroog opnieuw.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding
en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u
het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters
kan de compressor schade oplopen.
6
Koelmiddel vullen
6.1
Over koelmiddel bijvullen
De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar in
sommige gevallen kan het volgende vereist zijn:
Wat
Extra koelmiddel bijvullen
Volledig opnieuw vullen met
koelmiddel
Extra koelmiddel bijvullen
De externe koelmiddelleiding van de buitenunit moet worden
gecontroleerd (lektest, vacuümdrogen) alvorens extra koelmiddel bij
te vullen.
INFORMATIE
Afhankelijk van de units en/of de omstandigheden van de
installatie, moet de elektrische bedrading aangesloten zijn
alvorens u koelmiddel kunt bijvullen.
Typische workflow – extra koelmiddel bijvullen bestaat doorgaans uit
de volgende stappen:
1 Bepalen of en hoeveel extra koelmiddel moet worden bijgevuld.
2 Indien nodig, extra koelmiddel bijvullen.
Dan...
Er zit geen vocht in het
systeem. Deze procedure is
voltooid.
Er zit vocht in het systeem. Ga
verder met de volgende stap.
Wanneer
Wanneer de totale lengte van de
leiding de voorgeschreven lengte
overschrijdt (zie later).
Voorbeeld:
▪ Wanneer het systeem wordt
verplaatst.
▪ Na een lek.
(A)RXP20~35N5V1B
R32 Split-reeks
3P650253-10H – 2022.10