2.
Controleer de geheugenchip op beschadigingen.
3.
Vervang de tonercartridge als deze beschadigd is.
4.
Plaats de tonercartridge terug en druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is opgelost.
Het papier en de printomgeving controleren
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u problemen met de papierkwaliteit en de afdrukomgeving kunt
oplossen.
Stap één: Gebruik papier dat aan de specificaties van HP voldoet
Sommige problemen met de printkwaliteit ontstaan door het gebruik van papier dat niet voldoet aan de
specificaties van HP.
Gebruik altijd papier van een soort en gewicht dat door deze printer wordt ondersteund.
●
Gebruik papier van goede kwaliteit en zonder snedes, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof,
●
kreukels, nietjes en omgekrulde of omgebogen randen.
Gebruik geen papier waarop al eerder is afgedrukt.
●
Gebruik papier dat geen metaalachtig materiaal bevat, zoals glitters.
●
Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik papier dat uitsluitend is ontworpen voor
●
inkjetprinters.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Het gebruik van gladder papier resulteert meestal in een
●
betere afdrukkwaliteit.
Stap twee: controleer de omgeving
De omgeving kan rechtstreeks van invloed zijn op de afdrukkwaliteit en is een bekende oorzaak van problemen
met de afdrukkwaliteit en papierinvoer. Probeer het volgende:
Haal de printer weg uit tochtige omgevingen zoals bij open ramen en deuren of uitlaten van airconditioning.
●
Zorg dat de printer niet is blootgesteld aan temperaturen of een vochtigheidsgraad die buiten de in de
●
printerspecificaties vermelde waarden liggen.
Plaats de printer niet in een afgesloten ruimte, zoals een kast.
●
Plaats de printer op een stevig, horizontaal oppervlak.
●
Verwijder alles wat de ventilatieroosters van de printer blokkeert. De printer moet aan alle kanten een goede
●
luchtdoorstroming hebben, ook aan de bovenkant.
Bescherm de printer tegen vuil, stof, stoom, vet en andere elementen in de lucht die tot afzettingen in de
●
printer kunnen leiden.
De afdrukdensiteit aanpassen
Doorloop de volgende stappen om de afdrukdensiteit aan te passen.
1.
Open de EWS. Zie
2.
Klik op het tabblad Instellingen.
De printer configureren met de Embedded Web Server
(EWS).
Het papier en de printomgeving controleren
47