6 Inbedrijfstelling
6.2.2
Ontluchten
Voorwaarde:
Zorg
ervoor
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Ga naar [A.7.3]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Ontluchting.
2 Stel het type in.
3 Selecteer Ontluchting starten en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het ontluchten begint. Het stopt automatisch wanneer
voltooid. Om het handmatig te stoppen, druk op
druk op
.
6.2.3
Proefdraaien
Voorwaarde:
Zorg
ervoor
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
gebruikertoegangsniveau
pagina 13.
2 Ga naar [A.7.1]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Testbedrijf.
3 Selecteer een test en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het proefdraaien start. Het proefdraaien stopt automatisch
wanneer voltooid (±30 min). Om het handmatig te stoppen, druk op
, selecteer OK en druk op
INFORMATIE
Indien er 2 gebruikersinterfaces zijn, kunt u proefdraaien
vanaf beide gebruikersinterfaces.
▪ Op de gebruikersinterface die u gebruikte om proef te
draaien, verschijnt een statusscherm.
▪ Op de andere gebruikersinterface verschijnt een
scherm "in gebruik". U kunt de gebruikersinterface niet
gebruiken zolang het scherm "in gebruik" wordt
weergegeven.
6.2.4
Stelmotoren proefdraaien
Voorwaarde:
Zorg
ervoor
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
gebruikertoegangsniveau
pagina 13.
2 Controleer of de regeling van de kamertemperatuur, de regeling
van de temperatuur uittredend water en de regeling van het
warm tapwater via de gebruikersinterface op UIT gezet werden.
3 Ga naar [A.7.4]:
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
Testbedrijf stelmotoren.
4 Selecteer een stelmotor en druk op
5 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het proefdraaien van de stelmotor start. Het stopt
automatisch wanneer het is voltooid. Om het handmatig te stoppen,
druk op
, selecteer OK en druk op
Mogelijke vormen van proefdraaien voor de
stelmotoren
▪ De pomp proefdraaien
Installatiehandleiding
22
dat
de
startpagina
van
.
.
, selecteer OK en
dat
de
startpagina
van
instellen
op
Installateur"
. Voorbeeld: Verwarming.
.
.
dat
de
startpagina
van
instellen
op
Installateur"
. Voorbeeld: Pomptest.
.
.
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
de
proef te draaien. Vermijd tevens storingen in het
watercircuit tijdens het proefdraaien.
▪ De pomp van het zonnesysteem testen
▪ De afsluiter proefdraaien
▪ De 3-wegklep proefdraaien
▪ De alarm-output testen
▪ Het signaal voor koeling/verwarming testen
▪ Test voor snel opwarmen
▪ De warm tapwaterpomp proefdraaien
▪ De gasboiler proefdraaien
▪ De omloopklep proefdraaien
de
INFORMATIE
Het instelpunt tijdens het laten proefdraaien van de ketel
"Het
bedraagt 40°C. Vergeet niet dat de overschrijding van 5°C
op
kan voorkomen wanneer de ketel werkt, vooral in
combinatie met vloerverwarmingslussen.
6.2.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Voorwaarde: Zorg dat er SLECHTS 1 gebruikersinterface is
aangesloten op uw systeem om de dekvloer van de vloerverwarming
te drogen.
Voorwaarde:
Zorg
aanvoerwatertemperatuur, de startpagina van de kamertemperatuur
en de startpagina van het warm tapwater UIT zijn.
1 Ga naar [A.7.2]:
Dekvlr vloerverw drogen.
2 Selecteer een droogprogramma.
3 Selecteer Drogen starten en druk op
4 Selecteer OK en druk op
Gevolg: Het drogen van de dekvloer van de vloerverwarming start.
Het stopt automatisch wanneer voltooid. Om het handmatig te
stoppen, druk op
, selecteer OK en druk op
INFORMATIE
Indien er geen buitenunit werd geïnstalleerd, zal de
de
gebruikersinterface vragen of de gasboiler de volledige
belasting kan overnemen. Na acceptatie hiervan, herstart
het programma Dekvloer drogen om te controleren of alle
"Het
stelmotoren naar behoren werken.
op
OPMERKING
Vorstbescherming kamer is standaard uitgeschakeld
([2‑06]=0). Schakel deze functie NIET in tot de functie
dekvloer
drogen
waarschuwing negeert, kan dat barsten in de dekvloer
veroorzaken.
ervoor
dat
de
startpagina
> Installateurinstellingen > Inbedrijfstelling >
.
.
.
volledig
is
voltooid.
Als
RHYHBH05AAV3 + RHYHBH/X08AAV3
ROTEX HPU hybrid warmtepompmodule
4P353065-1D – 2016.02
van
de
u
deze