#
Code
[A.2.2.C]
[D‑0A]
Optionele gasmeter:
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd
▪ 1: Geïnstalleerd (1 impuls/m³)
▪ 2: Geïnstalleerd (10 impuls/m³)
▪ 3: Geïnstalleerd (100 impuls/m³)
Spaarstand
De gebruiker kan kiezen of het schakelen tussen bedrijfsmodi
economisch of ecologisch geoptimaliseerd is. Wanneer het systeem
op Economisch is ingesteld, zal het in alle bedrijfsomstandigheden
de energiebron (gas of elektriciteit) op basis van de energieprijzen
selecteren om aldus de energiekosten te minimaliseren. Wanneer de
warmtebron op Ecologisch is ingesteld, zal de warmtebron op basis
van ecologische parameters worden geselecteerd om aldus het
verbruik aan primaire energie te minimaliseren.
#
Code
[A.6.7]
[7‑04]
Bepaalt of schakelen tussen bedrijfsmodi
economisch of ecologisch
geoptimaliseerd is.
▪ 0
energiekosten reduceren
▪ 1
primaire energie reduceren, maar niet
noodzakelijk de energiekosten
Primaire energiefactor
De primaire energiefactor geeft aan hoeveel eenheden primaire
energie (aardgas, ruwe olie of andere fossiele brandstoffen voor
enige menselijke omzettingen of transformaties) er nodig zijn om
1 eenheid van een bepaalde (secundaire) energiebron, zoals
elektriciteit, nodig is. De primaire energiefactor voor aardgas is 1.
Uitgaande van een gemiddelde elektriciteitsproductie-efficiëntie
(inclusief transportverliezen) van 40%, is de primaire energiefactor
voor elektriciteit gelijk aan 2,5 (=1/0,40). De primaire energiefactor
laat u toe om 2 verschillende energiebronnen met elkaar te
vergelijken. In dat geval wordt het verbruik aan primaire energie van
de warmtepomp vergeleken met het aardgasverbruik van de
gasboiler.
#
Code
Nvt
[7‑03]
Vergelijkt het verbruik aan primaire
energie van de warmtepomp met dat van
de ketel.
Gebied: 0~6, stap: 0,1 (standaard: 2,5)
INFORMATIE
▪ De primaire energiefactor kan altijd worden ingesteld,
maar wordt alleen gebruikt wanneer de spaarstand op
Ecologisch is ingesteld.
▪ Om de prijzen voor elektriciteit in te stellen, mag u de
overzichtsinstellingen NIET gebruiken. Stel ze in de
plaats daarvan in de menustructuur in ([7.4.5.1],
[7.4.5.2] en [7.4.5.3]). Voor meer informatie over het
instellen
van
gebruiksaanwijzing
gebruiker.
RHYHBH05AAV3 + RHYHBH/X08AAV3
ROTEX HPU hybrid warmtepompmodule
4P353065-1D – 2016.02
Beschrijving
Beschrijving
(Economisch)(standaard):
(Ecologisch):
het
verbruik
Beschrijving
de
energieprijzen,
zie
en
de
handleiding
voor
De regeling van de ruimteverwarming/-koeling
Aanvoerwatertemperatuur: Primaire zone
#
Code
[A.3.1.1.1]
Nvt
[7.7.1.1]
[1‑00]
[1‑01]
[1‑02]
[1‑03]
de
aan
[7.7.1.2]
[1‑06]
[1‑07]
[1‑08]
[1‑09]
INFORMATIE
Om zowel het comfort als de werkingskosten te
optimaliseren, wordt geadviseerd de weersafhankelijk
werking op basis van een instelpunt te kiezen. Stel de
instellingen zorgvuldig in, omdat ze een grote invloed
hebben op de werking van de warmtepomp, alsook van de
ketel. Een te hoge aanvoerwatertemperatuur kan als
gevolg hebben dat de ketel constant blijft werken.
De aanvoerwatertemperatuur: Secundaire zone
#
Code
de
[A.3.1.2.1]
Nvt
de
5 Configuratie
Beschrijving
Instelpuntstand:
▪ 0 (Absoluut): Absoluut
▪ 1 (Weersafh): Weersafhankelijk
▪ 2 (Abs+geprog): Absoluut + gepland
(enkel
voor
aanvoerwatertemperatuur)
▪ 3
(Weersafh+geprog):
Weersafhankelijk + gepland (enkel
voor
aanvoerwatertemperatuur)
Weersafhankelijke curve (verwarming):
T t
[1-02]
[1-03]
[1-00]
[1-01]
▪ T
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
(primair)
▪ T
: Buitentemperatuur
a
Alleen voor RHYHBX08.
Weersafhankelijke curve (koeling):
T t
[1-08]
[1-09]
[1-06]
[1-07]
▪ T
: Streeftemperatuur aanvoerwater
t
(primair)
▪ T
: Buitentemperatuur
a
Beschrijving
Instelpuntstand:
▪ 0 (Absoluut): Absoluut
▪ 1 (Weersafh): Weersafhankelijk
▪ 2 (Abs+geprog): Absoluut + gepland
(enkel
voor
aanvoerwatertemperatuur)
▪ 3
(Weersafh+geprog):
Weersafhankelijk + gepland (enkel
voor
aanvoerwatertemperatuur)
Installatiehandleiding
regeling
regeling
T a
T a
regeling
regeling
17