N E D E R L A N D S
START/STOP
Uw training starten en stoppen.
In de stop modus knippert een kleine
doorstreepte « P » bovenaan links op
het scherm. Druk om de training te
starten op START/STOP
1. OPSTARTEN
Sluit de fiets via de bijgeleverde adaptor (DC 6V, 500mA) op het netwerk aan.
Dit wordt gedaan aan de achterste voet van de fiets.
Als de fiets al aangesloten is, druk op een willekeurige toets of begin te fietsen.
2 . KEUZE VAN EEN GEBRUIKERSPROFIEL U1- U4:
Het scherm geeft na het opstarten U1 weer, wat aangeeft dat u zich in het gebruikersprofiel 1 bevindt.
Met de console kunt u eveneens de individuele trainingswaarden voor 4 verschillende gebruikers U1-U4 opslaan.
Bvb.: duur, afstand, calorieën.
Kies dus met UP/DOWN het gewenste gebruikersprofiel en bevestig uw keuze met MODE. Zo slaat u de door u gekozen parameters op en
vermijdt u dat u de console opnieuw moet instellen wanneer u een nieuwe trainingssessie aanvat.
CONSOLE
START/STOP
_
+
MODE
RESET
DE BEDIENINGSTOETSEN
RESET
De console terug op nul zetten
MODE
Zorgt voor het selecteren van de func-
ties en gegevens
HET GEBRUIK VAN UW CONSOLE
Na de keuze van uw gebruikersprofiel, beginnen de 4 iconen van de trainings-
modus bovenaan het scherm te knipperen en vragen u uw gewenste trainings-
modus in te voeren.
49
START/STOP
_
+
MODE
RESET
UP (+) / DOWN (-)
Toename / afname van een gegeven
of selectie van het laatste / volgende
keuzecriterium of doelwaarde