2. Plaats het kapje van de batterijhouder terug op de houder en zet de
schroef vast door deze naar rechts te draaien met een kleine kruiskop- of
platte schroevendraaier.
2.3
Voeding voor het Oudertoestel
BELANGRIJK
De oplaadbare batterij volledig opladen voordat u het toestel in gebruik neemt.
Met een volle batterij blijft het toestel werken als er een stroomstoring optreedt.
1. Sluit de kleine stekker van de voedingsadapter aan op het Oudertoestel en
het andere uiteinde op het stopcontact. Gebruik uitsluitend de
meegeleverde adapter (5V DC/600mA) met de iets kleine stekker.
2. De VOEDING AAN/UIT-toets
oudertoestel op AAN te zetten.
3. Wanneer het babytoestel en het oudertoestel ingeschakeld zijn, toont het
scherm van het oudertoestel de videobeelden opgenomen door het
babytoestel.
4. Als er geen verbinding is of u buiten bereik bent, gaat het videodisplay uit
en het apparaat piept om de 5 seconden. Plaats het oudertoestel dichter
bij het babytoestel totdat de verbinding is hersteld.
5. De VOEDING AAN/UIT-toets
voortgangsbalk stopt met scrollen om het oudertoestel op UIT te zetten.
OPMERKING
Het batterij-icoon
laat elke 16 seconden een toon horen. De batterij moet worden opladen. Het
duurt ongeveer 12 uur om het apparaat op te laden.
10
P
1 seconde ingedrukt houden om het
P
ingedrukt houden totdat de
wordt ROOD om aan te geven dat de batterij zwak is en
In gebruik nemen