• Het fluïdum R32 niet afblazen in de atmosfeer. Deze vloeistof is een gefluoreerd
broeikasgas, dat valt onder het Protocol van Kyoto, met een potentiële bijdrage aan
de globale opwarming (GWP) = 675 (zie Europese reglementering EG 517/2014).
• Om te voldoen aan de relevante milieu- en installatienormen, in het bijzonder aan
decreet nr. 2015-1790 en / of de EU-reglementering 517/2014, moet minstens
eenmaal per jaar een lektest worden uitgevoerd op het koelcircuit. Deze bewerking
moet worden uitgevoerd door een gecertificeerde specialist in koelsystemen.
• Het apparaat moet worden opgeslagen in een goed verluchte ruimte uit de buurt van
bronnen van vlammen.
• Installeer het apparaat buiten. Installeer het apparaat niet binnenshuis of in een
afgesloten en niet-geventileerde ruimte buiten.
• Probeer niet op andere wijze dan deze aanbevolen door de fabrikant het ontdooi- of
reinigingsproces te versnellen.
• Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder vonkenbron die constant
in werking is (bijv. een gasapparaat of elektrische verwarming in werking).
• Niet doorboren of verbranden.
• Merk op dat het R32-koelmiddel een geur kan verspreiden.
INSTALLATIE EN ONDERHOUD
• Het apparaat mag niet in de buurt van brandbare materialen, of de luchtinlaatmond
van een aangrenzend gebouw worden geïnstalleerd.
• Voor bepaalde apparaten is het verplicht om een accessoire van het volgende type
te gebruiken: "beschermend rooster" als de installatie zich bevindt op een plaats
waarvan de toegang niet is gereglementeerd.
• Tijdens de installatie-, reparatie- en onderhoudsfasen, is het verboden om de
leidingen als opstap te gebruiken: onder deze belasting zouden de leidingen kunnen
breken en zou de koelvloeistof ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
• Tijdens de onderhoudsfase van het apparaat, dienen de samenstelling en de staat
van de warmtegeleidende vloeistof gecontroleerd te worden en dienen eventuele
sporen van koelvloeistof opgespoord te worden.
• Tijdens de jaarlijkse controle dient in overeenstemming met de van kracht zijnde
wetgeving de afdichting van het apparaat, de juiste aansluiting van de hoge en lage
drukregelaars op het koelcircuit en de onderbreking van het elektrisch circuit in
geval van activering gecontroleerd te worden.
• Tijdens de onderhoudsfase dient men te controleren of er geen sporen zijn van
corrosie of olievlekken rond de koelcomponenten.
• Voorafgaand aan welke werkzaamheden ook aan het koelcircuit, dient men
het apparaat verplicht uit te schakelen en enkele minuten te wachten alvorens
temperatuur- of drukmeters aan te brengen, omdat bepaalde onderdelen, zoals de
compressor en de leidingen, temperaturen van meer dan 100°C kunnen bereiken
en de hoge drukken ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
Controle van de zone
• Bij werkzaamheden aan systemen met ontvlambare koelmiddelen zijn
veiligheidscontroles noodzakelijk om het risico op vonkvorming te reduceren.
Werkprocedure
• De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd met een controleprocedure om
het risico op het vrijkomen van ontvlambaar gas of damp bij de werkzaamheden te
reduceren.
Algemene werkzone
• Alle onderhoudspersoneel en andere personen die werken in de directe
omgeving moeten worden geïnformeerd over de uit te voeren werkzaamheden.
Werkzaamheden in besloten ruimtes moet worden vermeden.
Controle van de aanwezigheid van koelmiddel
• De zone moet vóór en tijdens de werkzaamheden met behulp een geschikte
koelmiddeldetector worden gecontroleerd, zodat de technicus geïnformeerd
wordt over de mogelijk toxiciteit en ontvlambaarheid van de lucht. Verifieer dat
de gebruikte koelmiddeldetector geschikt is voor het gebruik met de betreffende
koelmiddelen, d.w.z. dat deze geen vonken kan veroorzaken, correct geïsoleerd en
perfect veilig is.
NL
3