EN
INSTALLATIE
SCHOUWAANSLUITING
De ventilatie van de stookruimte is verplicht. De afmetingen van de bovenverluchting of
onderverluchting zijn afhankelijk van het vermogen van de ketel en het volume van de
FR
stookruimte. Volg de geldende lokale voorschriften.
NL
ES
C
33
IT
C
B
33
23P
DE
PL
RU
nl
28
C
C
43
43
C
C
C
43
13
43
C
C
C
C
93
43
43
53
B
23
Prestige 24-32 Solo/Excellence : A1004335 - 664Y6700 • D
TYPES SCHOUWAANSLUITING
Het is verplicht om ACV rookgasmateriaal te gebruiken dat met het toestel is gekeurd.
B23P : : Aansluiting op een rookgasafvoerkanaal dat met positieve druk werkt.
B23
: Aansluiting op een rookgaskanaal dat buiten de installatieruimte uitmondt, en waarin de ver-
brandingslucht wordt verzameld in de ruimte.
C13(x) : Aansluiting door buizen voor een horizontale muurdoorvoer die simultaan verse verbran-
dingslucht binnenlaten voor de brander en de verbrandingsgassen afvoeren door openingen
die ofwel concentrisch zijn ofwel voldoende dicht naast elkaar liggen in eenzelfde drukzone,
dit wil zeggen, de openingen moeten passen binnen een vierkant van 50 cm voor ketels tot 70
kW en binnen een vierkant van 100 cm voor ketels boven 70 kW.
C33(x) : Aansluiting door buizen voor een verticale dakdoorvoer die simultaan verse lucht binnenlaten
voor de brander en de verbrandingsgassen afvoeren door openingen die ofwel concentrisch
zijn ofwel voldoende dicht naast elkaar liggen in eenzelfde drukzone, dit wil zeggen, de ope-
ningen moeten passen binnen een vierkant van 50 cm voor ketels tot 70 kW en binnen een
vierkant van 100 cm voor ketels boven 70 kW.
C43(x) : Aansluiting met twee buizen op een collectief buizensysteem waarop meer dan één toestel
aangesloten is; dit collectief buizensysteem bestaat uit twee buizen, die aangesloten zijn op
een doorvoer die simultaan verse lucht voor de brander aanvoert en de verbrandingsgassen
afvoert door concentrische openingen of openingen die voldoende dicht bij elkaar liggen om
een gelijkaardige luchtdoorvoer aan te kunnen. C43(x) ketels zijn geschikt voor een schoor-
steen met natuurlijke trek.
C53(x) : Aansluiting op afzonderlijke buizen voor de toevoer van verbrandingslucht en afvoer van ver-
brandingsgassen; deze buizen kunnen in verschillende drukzones uitkomen, maar het is niet
toegestaan om te worden geïnstalleerd op tegenovergestelde muren van het gebouw.
C63(x) : Keteltype C voor aansluiting op een systeem voor luchttoevoer voor de verbranding en de af-
voer van verbrandingsproducten dat afzonderlijk wordt goedgekeurd en verkocht. (Verboden
in enkele landen (b.v. België) - Volg de geldende lokale normen en voorschriften). Buizen
voor de toevoer van verbrandingslucht en voor de evacuatie van de verbrandingsproducten
mogen niet worden geïnstalleerd op tegenovergestelde muren van het gebouw. Zie ook de
volgende aanvullende specificaties:
•
Maximaal toelaatbaar onderdruk is 200 Pa.
•
maximaal toelaatbare drukverschil tussen verbranding luchtinlaat en rookgasuitlaat (met
inbegrip van wind druk) is 150 Pa.
•
Condens afvoer via toestel is toegestaan.
•
maximale toegestane recirculatie is 10% onder windomstandigheden.
C83(x) : Aansluiting op een systeem met enkel of dubbel kanaal. Dit systeem bestaat uit een schouw
met normale uitgang voor de afvoer van de rookgassen. Het toestel is ook verbonden met een
tweede kanaal met doorvoer dat van buiten het gebouw verse lucht aanvoert naar de brander.
C93(x) : Aansluiting via een individueel systeem, waarvan de rookgasafvoer in een rookgaskanaal ge-
bouwd is die deel uitmaakt van het gebouw; het toestel, de rookgasafvoer en de doorvoer zijn
als één systeem gecertificeerd. Minimale diameter voor de verticale verbrandingslucht toevoer
is 100 mm.
De configuratie C93 maakt het mogelijk om gebruik te maken van een bestaande schouw. De
verbrandingslucht ontsnapt langs de ruimte tussen de pijpen en de schouw. Men dient wel
de bestaande schouw vóór de installatie grondig te reinigen, in het bijzonder als er roet- en
teerresten zijn. Bovendien moet, om de verbrandingslucht door te laten, een ruimte worden
vrijgehouden die vergelijkbaar is met de normale ruimte bij concentrische buizen of andere
luchttoevoerbuizen.