3
Controleer dat het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] op
het tabblad [Poorten] is ingeschakeld.
◼
[Eigenschappen van LAN-verbinding] weergeven
Windows Vista
1
Selecteer [Configuratiescherm] in het menu [Start] en klik op [Netwerkstatus en -taken weergeven]
[Netwerkverbindingen beheren].
2
Rechtsklik op het pictogram [LAN-verbinding], selecteer vervolgens [Eigenschappen] in de
keuzelijst.
Windows 7/Server 2008 R2
1
Selecteer [Configuratiescherm] in het menu [Start] en klik op [Netwerkstatus en -taken weergeven]
[Adapterinstellingen wijzigen].
2
Rechtsklik op het pictogram [LAN-verbinding], selecteer vervolgens [Eigenschappen] in de
keuzelijst.
Bijlage
678