Inhoudsopgave
Advertenties
Aan de hand van het betreffende geïntegreerde symbool is te zien
welk type signaal wordt opgevraagd.
Schakeluitgang
Voorbeelden: lamp, relais, ventiel
Schakelingang
Voorbeelden: schakelaar, sensor
Analoge ingang
Voorbeelden: gaspedaal, gashendel, druksensor, sensor
Frequentie
Voorbeelden: toerental van de dieselmotor, toerental van de
mengvijzel(s)
Per displayweergave worden 6 functies weergegeven. Blader zo
nodig met de toetsen
6.2.6.1
Rijaandrijving
Voetrem
101
Geeft aan of de schakelingang actief is.
Handrem (parkeerrem)
102
Geeft aan of de schakelingang actief is.
Rijrichting vooruit
103
Geeft aan of de schakelingang actief is.
Rijrichting achteruit
104
Geeft aan of de schakelingang actief is.
Frequentie rijmotor – vóór
111
Geeft de frequentie van de rijaandrijving weer.
Frequentie rijmotor – achter
112
Geeft de frequentie van de rijaandrijving weer.
Gaspedaal
121
Geeft de procentuele waarde weer.
Verti-Mix 1401 Double SF fast-cut / 1701 Double SF fast-cut / 2001 Double SF fast-cut 05.14
Waarde en eenheid (voorbeeld)
,
en
.
Bediening
83
Advertenties
Inhoudsopgave
