Opbouw en werking
5.2.3
Deurraam openen
1. Verdraai de vergrendeling (2) en open het
deurraam (1).
2. Verdraai het deurraam totdat het geopende
deurraam vastklikt in de vergrendeling,
zodat het deurraam is beveiligd tegen
onbedoeld dichtslaan.
5.2.4
Deurraam sluiten
1. Sluit de cabinedeur tot aan de tweede vergrendeling.
2. Sluit zo nodig het deurslot af.
5.2.5
Nooduitgang
Alle ramen van de bestuurderscabine kunnen in
een noodgeval als nooduitgang dienen en
moeten dan met de noodhamer (1) worden
ingeslagen.
De noodhamer bevindt zich links achter de
bestuurdersstoel.
40
Verti-Mix 1401 Double SF fast-cut / 1701 Double SF fast-cut / 2001 Double SF fast-cut 05.14
Fig. 15
Fig. 16