5.7
Licht en zicht
5.7.1
Parkeer- of dimlicht in- en uitschakelen
Parkeerlicht inschakelen
Draai de lichtschakelaar (1) in stand "I".
Dimlicht inschakelen
Draai de lichtschakelaar (1) in stand "II".
Licht uitschakelen
Draai de lichtschakelaar (1) in stand "0".
5.7.2
Noodknipperlichtinstallatie
De noodknipperlichtinstallatie dient ervoor om in gevaarlijke situaties andere verkeersdeelnemers te
waarschuwen voor uw machine.
Wanneer uw machine moet blijven staan:
1. Parkeer uw machine op veilige afstand van
de verkeersstroom.
2. Druk op de tuimelschakelaar om de
noodknipperlichtinstallatie in te schakelen.
Het controlelampje knippert.
3. Schakel de handrem in.
4. Schakel de dieselmotor uit.
5. Gebruiken de gevarendriehoek om andere
verkeersdeelnemers te waarschuwen voor
uw machine.
6. Wanneer u de machine verlaat:
6.1 Trek de contactsleutel uit het
contactslot.
6.2 Sluit het deurslot van de cabinedeur
af.
5.7.3
Richtingaanwijzer, grootlicht, passeerlicht, claxon
Richtingaanwijzer, grootlicht, passeerlicht en claxon worden bediend met de combischakelaar.
Verti-Mix 1401 Double SF fast-cut / 1701 Double SF fast-cut / 2001 Double SF fast-cut 05.14
Fig. 21
Fig. 22
Opbouw en werking
45