Nederlands
7.2
Elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij een ondeskundige elektrische aansluiting bestaat levens-
gevaar door elektrische schok.
• Elektrische aansluiting uitsluitend door een elektricien met
toelating door het plaatselijke energiebedrijf en overeenkom-
stig de plaatselijk geldende voorschriften laten uitvoeren.
• Vóór alle werkzaamheden de voedingsspanning loskoppelen.
• Bij niet-toegestaan openen van het moduledeksel en verwij-
deren van frontfolie bestaat het risico op een elektrische
schok bij aanraking van de elektrische elementen aan de bin-
nenkant en de contacten onder de frontfolie.
• Stroomsoort en spanning moeten overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje.
• Wilo connector aansluiten (fig. 4a tot 4e).
• Netaansluiting: L, N, PE.
• Maximale voorzekering: 10 A, traag
• Pomp op de voorgeschreven wijze aarden.
Wilo connector zoals afgebeeld in fig. 5 demonteren. Daarvoor
is een schroevendraaier nodig.
• De elektrische aansluiting moet conform VDE 0700/deel 1 wor-
den uitgevoerd via een vaste aansluitleiding, die is voorzien van
een stekker of een meerpolige schakelaar met een contactope-
ning van minimaal 3 mm.
• Voor de bescherming tegen druipwater en de trekontlasting op de
PG-draadaansluiting is een aansluitleiding met voldoende buiten-
diameter nodig (bijvoorbeeld H05W-F3G1,5 of AVMH-3x1,5).
• Bij gebruik van de pompen in installaties met watertemperatu-
ren boven 90 °C dient een geschikte warmtebestendige aansl-
uitleiding te worden gelegd.
84
WILO SE 07/2012