11 Bediening
Buitenunits
RZQSG71~140
Buitentemp
eratuur
15~46°C droge
Binnentemp
20~37°C droge
eratuur
14~28°C natte
RZQ200~250
Buitentemp
–5~46°C droge
eratuur
Binnentemp
20~37°C droge
eratuur
14~28°C natte
AZQS71~125
Buitentemp
eratuur
15~46°C droge
Binnentemp
20~37°C droge
eratuur
14~28°C natte
Zie de tabel hierna voor combinatie met een R32-buitenunit:
Buitenunits
RXM35~60
Buitentemperat
uur
10~46°C droge
Binnentempera
18~32°C droge
tuur
3MXM40~68
Buitentemperat
uur
10~46°C droge
4MXM68~80
5MXM90
Binnentempera
18~32°C droge
tuur
RZAG71~140
Buitentemperat
uur
20~52°C droge
Binnentempera
18~37°C droge
tuur
12~28°C natte
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16
Koelen
Verwarmen
–
–
RZASG71~140
14~21°C droge
bol
bol
–
15~15,5°C natt
e bol
10~27°C droge
bol
bol
bol
–
AZAS71~140
bol
14~21°C droge
bol
–15~15°C natte
bol
10~27°C droge
bol
bol
bol
–
–
14~21°C droge
bol
bol
–
15~15,5°C natt
e bol
10~27°C droge
11.2
bol
bol
11.2.1
bol
▪ Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de
Koelen
Verwarmen
▪ Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld,
–
–
15~24°C droge
bol
bol
11.2.2
–16~18°C natte
bol
10~30°C droge
▪ De luchtstroomsnelheid kan zich automatisch aanpassen aan de
bol
bol
–
–
15~24°C droge
bol
bol
11.2.3
–16~18°C natte
Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt
bol
voor algemeen verwarmen dan voor koelen.
10~30°C droge
De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de
bol
bol
verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen.
–
–
19,5~21°C drog
Ontdooien
bol
e bol
Bij het verwarmen bevriest de luchtgekoelde warmtewisselaar van
–
de buitenunit hoe langer, hoe meer, zodat steeds minder energie
20~15,5°C natt
kan worden overgebracht naar de warmtewisselaar van de
e bol
buitenunit. De verwarmingscapaciteit neemt af en het systeem moet
ontdooien om nog voldoende warmte te leveren aan de binnenunits.
10~27°C droge
bol
bol
De
koelmiddelcyclus wordt omgekeerd en energie van in het gebouw
wordt gebruikt om de warmtewisselaar van de buitenunit te
bol
ontdooien.
De ontdooistand wordt aangegeven met
de binnenunit.
Buitenunits
Koelen
Buitentemperat
uur
15~46°C droge
Binnentempera
20~37°C droge
tuur
14~28°C natte
Buitentemperat
uur
15~46°C droge
Binnentempera
20~37°C droge
tuur
14~28°C natte
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water
uit de unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid
buiten deze limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd
worden, waardoor de unit mogelijk niet functioneert.
Gebruik van het systeem
Over het gebruik van het systeem
unit te beschermen.
wordt de unit automatisch herstart zodra ze weer wordt
ingeschakeld.
Over koelen, verwarmen, alleen ventileren
en automatische werking
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is
echter geen storing.
Over verwarmen
ventilator
van
de
binnenunit
Verwarmen
–
–
14~21°C droge
bol
bol
–
15~15,5°C natt
e bol
10~27°C droge
bol
bol
bol
–
–
14~21°C droge
bol
bol
–
15~15,5°C natt
e bol
10~27°C droge
bol
bol
bol
(a)
≤80%
wordt
stilgelegd,
de
op het display van
FCAG35~140AVEB
Split-systeem airconditioners
4P471224-1 – 2017.03