Installatie
6.5.1
Aanbevelingen voor de bypass-buis
• Metaal (geen kunststof of emaille bekleding).
• Constante diameter.
• Kies de hoornantenne zo groot mogelijk. Voor tussenmaten (bijv. 95 mm (3,5 in)) kies de
eerstvolgend grotere antenne en pas deze mechanisch aan (voor hoornantennes).
• Diameterverschil tussen hoornantenne en binnendiameter van de bypass zo klein mogelijk.
• Bij overgangen (bijv. bij gebruik van een kogelkraan of aangesloten buissegmenten), mag
geen spleet overblijven groter dan 1 mm (0,04 in).
• In de omgeving van de tankaansluitingen (~ ±20 cm (7,87 in)) moer rekening worden
gehouden met verminderde meetnauwkeurigheid.
6.6
Containers met thermische isolatie
Wanneer de procestemperaturen hoog zijn, moet het instrument worden opgenomen in de
standaard containerisolatie (2) om het opwarmen van de elektronica door warmtestraling of
convectie te voorkomen. De isolatie mag niet hoger komen dan de hals van het instrument
(1).
6.7
Verdraaien van de transmitterbehuizing
De transmitterbehuizing kan worden verdraaid voor eenvoudiger toegang tot het
aansluitcompartiment of de displaymodule:
28
1
2
Micropilot FMR50 FOUNDATION Fieldbus
A0032207
Endress+Hauser