Micropilot FMR50 FOUNDATION Fieldbus
• Kies de hoornantenne zo groot mogelijk. Voor tussenmaten (bijv. 180 mm (7 in)) kies de
eerstvolgend grotere antenne en pas deze mechanisch aan (voor hoornantennes)
• Bij overgangen (bijv. bij gebruik van een kogelkraan of aangesloten buissegmenten), mag
geen spleet overblijven groter dan 1 mm (0,04 in).
• De stilling well moet aan de binnenkant glad zijn (gemiddelde ruwheid R
6,3 μm (248 μin)). Gebruik geëxtrudeerde of parallel gelaste metalen buizen. Verlenging
van de buis is mogelijk met gelaste flenzen of pijpbussen. Flens en buis moeten aan de
binnenkant goed zijn uitgelijnd.
• Las niet door de buiswand. De binnenkant van de stilling well moet glad blijven. In geval
van per ongeluk lassen door de buis, moeten de lasnaad en andere onregelmatigheden aan
de binnenkant zorgvuldig worden verwijderd. Anders worden krachtige storingsecho' s
gegenereerd en de kans op materiaalafzetting wordt groter.
• In geval van flenzen met kleinere nominale diameters moeten de flenzen zodanig op de buis
worden gelast dat een goede oriëntatie mogelijk is (markering uitgelijnd op de sleuven).
6.5
Installatie in bypass
8
Installatie in bypass
1
Markering voor antenne-uitlijning
2
Tankaansluiting
• Lijn de markering loodrecht (90°) uit ten opzichte van de tankaansluitingen.
• Metingen kunnen zonder problemen worden uitgevoerd via een open kogelafsluiter met
volledige doorlaat.
• Na de montage, kan de behuizing 350° worden gedraaid voor toegang tot het display en het
aansluitcompartiment → 28.
Endress+Hauser
2
2
Installatie
≤
z
1
A0019446
27