nl
6.1.3
Pomp installeren
3
2
1
Fig. 4: Pomp installeren
6.2
Elektrische aansluiting
6.2.1
Voorbereiding
10
Installatie en elektrische aansluiting
Bij de installatie op het volgende letten:
ƒ
Stroomrichtingspijl op het pomphuis (1) in acht nemen.
ƒ
Mechanisch spanningsvrij met horizontaal liggende natlopermotor (2) installeren.
ƒ
Afdichtingen aan de schroefdraadaansluitingen plaatsen.
ƒ
Leidingkoppelingen erop schroeven.
ƒ
De pomp met een steeksleutel tegen verdraaiing beveiligen en met de leidingen
dicht schroeven.
ƒ
Breng indien nodig de warmte-isolatieschaal weer aan.
VOORZICHTIG! Indien warmte niet goed wordt afgevoerd en er zich condensaat
vormt, kunnen de regelmodule en de natlopermotor beschadigd raken.
• Natlopermotor (2) niet isoleren.
• Het uitlooplabyrint (3) moet vrij blijven.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische spanning!
Bij het aanraken van onderdelen onder spanning dreigt direct levensgevaar.
• Voor werkzaamheden de spanningsvoorziening verbreken en beveiligen tegen
herinschakelen.
• Open de regelmodule nooit en verwijder bedieningselementen nooit.
VOORZICHTIG
Gepulseerde netspanning kan schade aan de elektronica veroorzaken.
• Pomp nooit met pulsbreedtemodulatie gebruiken.
• Bij het in-/uitschakelen van de pomp door externe besturing, het pulseren van de
spanning (bijv. pulsbreedte modulatie) deactiveren.
• Bij toepassingen waarbij niet duidelijk is of de pomp met gepulste spanning wordt
gebruikt, door de fabrikant van de regeling/installatie laten bevestigen dat de
pomp met een sinusvormige wisselspanning wordt gebruikt.
• In-/uitschakelen van de pomp via triacs/halfgeleiderrelais indien nodig controle-
ren.
ƒ
Het stroomtype en de spanning moeten overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje.
ƒ
Zorgen voor maximale voorzekering: 10 A, traag.
ƒ
Als er een lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) wordt toegepast, wordt aanbe-
volen om een RCD-type A (pulsstroomsensitief) te gebruiken. Controleer daarbij of
de regels voor de coördinatie van elektrische apparatuur in de elektrische installatie
in acht worden genomen en pas de RCD hier indien nodig op aan.
ƒ
Pomp uitsluitend met sinusvormige wisselspanning gebruiken.
ƒ
Rekening houden met schakelfrequentie:
–
In-/uitschakelingen via netspanning ≤ 100/24 h.
–
≤ 20/h bij een schakelfrequentie van 1 min. tussen in-/uitschakelingen via net-
spanning.
WILO SE 2021-12