6
Druk op CONTROL 3 (of 2) voor het maken
van instellingen.
• Bij het instellen van de luidsprekeruitgangniveaus moet u de
instellingen zodanig maken dat het geluidsniveau van de
gekozen luidspreker gelijk is aan het niveau van de
voorluidsprekers.
CONTROL
PR ΙΙ
ANALOG
L
C
R
LPCM
DSP
SUBWFR LFE
DOLBY D
AUTO SR
LS
S
RS
DTS
INPUT ATT
Bijv.: Bij het instellen van het weergaveniveau van de
middenluidspreker.
7
5
Herhaal stappen
en
maken instellingen.
Annuleren van de Surround-functie
Druk nogmaals op SURROUND ON/OFF zodat "STEREO" op het
display verschijnt.
• Indien de Surround-functie wordt geannuleerd tijdens weergave van
multikanaal digitale software, zullen de signalen voor alle kanalen
worden gemengd en via de voorluidsprekers (en subwoofer indien
een subwoofer is aangesloten en de juiste instelling voor de
subwoofer—"YES" is gemaakt) worden weergegeven.
Gebruik van DAP-functies en All Channel
Stereo (voorpaneel)
Nadat u eenmaal de instellingen voor de DAP-functies en All
Channel Stereo heeft gemaakt, worden deze voor iedere bron
afzonderlijk in het geheugen vastgelegd.
• U kunt de DAP-functies en All Channel Stereo niet gebruiken
indien de achterluidsprekers niet zijn aangesloten.
• U kunt het effectniveau voor "ALL CH ST." niet instellen.
1
Start de weergave van 2-kanaal software—ofwel
digitaal ofwel analoog—en kies de bron.
2
Druk op SURROUND ON/OFF om de
surroundfunctie te activeren.
De laatst gekozen surroundfunctie wordt ingesteld indien u de
surroundfunctie activeert.
• Door iedere druk op de toets wordt de surroundfunctie
afwisselend geactiveerd en uitgeschakeld.
SURROUND
ON/OFF
Ι
R
TT
Bijv.: Met "LIVE CLUB" gekozen.
3
Druk herhaaldelijk op SURROUND MODE totdat
een van de DAP-functies of "ALL CH ST." op het
display verschijnt.
De DSP indicator licht tevens op het display op.
SURROUND
MODE
PR ΙΙ
ANALOG
L
C
R
LPCM
DSP
SUBWFR LFE
DOLBY D
AUTO SR
LS
S
RS
DTS
INPUT ATT
VOL
6
voor de overige te
VOL
VOL
(terug naar het begin)
4
Druk op ADJUST.
De CONTROL toetsen werken nu voor het
ADJUST
regelen van het geluid.
5
Druk herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
totdat een van de volgende aanduidingen (met de
huidige instelling)
verschijnt.
*
CONTROL
PR ΙΙ
ANALOG
L
C
R
LPCM
DSP
SUBWFR LFE
DOLBY D
AUTO SR
LS
S
RS
DTS
INPUT ATT
CENTER (alleen voor "All CH ST.") :
Voor het instellen van het niveau van de
middenluidspreker (van –10 tot +10).
REAR L : Voor het instellen van het niveau van de
linkerachterluidspreker (van –10 tot +10).
REAR R : Voor het instellen van het niveau van de
rechterachterluidspreker (van –10 tot +10).
EFFECT (uitgezonderd "All CH ST.") :
Voor het instellen van het DAP-effectniveau.
Het DAP-effect wordt sterker wanneer u een hoger
cijfer kiest (stel normaliter op "EFFECT 3").
* "0" is de fabrieksinstelling voor het weergaveniveau van deze
luidsprekers en "EFFECT 3" is voor het DAP-effectniveau
ingesteld.
Een andere waarde verschijnt indien u reeds de instelling heeft
veranderd.
6
Druk op CONTROL 3 (of 2) om een instelling
te maken.
• Stel zodanig in dat het geluidsniveau van de gekozen
luidspreker gelijk is aan het niveau van de voorluidsprekers.
CONTROL
PR ΙΙ
ANALOG
L
C
R
DSP
LPCM
SUBWFR LFE
DOLBY D
AUTO SR
LS
S
RS
DTS
INPUT ATT
Bijv.: Bij het instellen van het weergaveniveau van de
linkerachterluidspreker.
7
5
Herhaal stappen
en
maken instellingen.
Annuleren van de DAP-functies en All Channel Stereo
Druk herhaaldelijk op SURROUND ON/OFF totdat "STEREO" op
het display verschijnt. De DSP indicator dooft.
VOL
VOL
6
voor de overige te
37