ON
: De AUTO SR indicator licht op het display op.
• Indien een multikanaal signaal wordt ontvangen,
wordt een passende Surroundfunctie geactiveerd.
• Indien Dolby Digital 2ch of DTS 2ch signalen met
surroundsignalen worden ontvangen, wordt
"PL II MOVIE" gekozen.
• Indien Dolby Digital 2ch of DTS 2ch signalen
zonder surroundsignalen worden ontvangen, wordt
"STEREO" gekozen.
• Indien lineaire PCM signalen worden ontvangen,
is er geen verandering.
OFF
: Kies deze stand indien u geen gebruik van Auto
Surround wilt maken.
Opmerkingen:
• Deze functie werkt niet in de volgende gevallen:
– Bij weergave van een analoge bron.
– Wanneer "DGTL D.D." of "DGTL DTS" als vastgestelde digitale
ingangsfunctie is gekozen (zie bladzijden 13 en 14).
• Indien de Surround-functie automatisch door Auto Surround wordt
geactiveerd, zal een andere in gebruik zijnde Surround-functie
tijdelijk worden geannuleerd. Wanneer er geen multikanaal signalen
meer worden ontvangen, zal de gekozen Surround-functie worden
geannuleerd en de hiervoor ingestelde Surround-functie weer
worden geactiveerd.
• Auto Surround wordt tijdelijk voor de huidige gekozen bron
geannuleerd indien u tijdens de werking van Auto Surround op
SURROUND ON/OFF of op SURROUND MODE drukt.
De Auto Surround instelling wordt in de volgende gevallen weer
geactiveerd:
– Wanneer u het toestel uit- en weer inschakelt,
– Wanneer u van bron verandert,
– Wanneer u de analoge/digitale ingang verandert, en
– Wanneer u "AUTO SR" weer op "ON" stelt.
Annuleren van Auto Surround
Herhaal stappen 1 en 2 en kies "OFF" in stap 3 .
Instellen van de automatische functie
(Auto Function)
U kunt de automatische functie activeren.
• Deze functie heeft uitsluitend effect indien de videocomponenten
en TV middels SCART kabels met dit toestel zijn verbonden.
• Deze functie heeft uitsluitend effect op de volgende bronnen––
DVD, STB en videorecorder.
Voordat u start, vergeet niet...
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. U moet weer vanaf stap 1 beginnen indien de instelling
wordt geannuleerd voordat u klaar bent.
1
Druk op SETTING.
SETTING
De CONTROL toetsen werken nu voor de
basisinstellingen.
2
Druk herhaaldelijk op CONTROL ∞ (of 5)
totdat "MODE" (met de huidige instelling)
het display verschijnt.
CONTROL
R ΙΙ
SR
ATT
* "MANUAL" is de fabrieksinstelling. De andere functie
verschijnt indien u reeds de instelling heeft veranderd.
3
Druk op CONTROL 3 (of 2) om "AUTO1" of
"AUTO2" te kiezen.
• Door iedere druk op de toets verandert de automatische functie
als volgt:
CONTROL
PR ΙΙ
ANALOG
L
C
R
LPCM
DSP
SUBWFR LFE
DOLBY D
AUTO SR
LS
S
RS
DTS
INPUT ATT
AUTO1
: Indien een videocomponent wordt ingeschakeld
terwijl dit toestel reeds is ingeschakeld, zal dit
toestel automatisch het videocomponent als bron
kiezen.
De AUTO MODE indicator licht op het display op.
AUTO2
: • Indien een videocomponent wordt ingeschakeld
– terwijl dit toestel is uitgeschakeld, zal de TV
Direct functie worden geactiveerd en het
videocomponent automatisch als bron worden
gekozen.
– terwijl dit toestel is ingeschakeld of TV Direct
is geactiveerd, zal het toestel automatisch het
videocomponent als bron kiezen.
• Indien een videocomponent wordt uitgeschakeld
– terwijl TV Direct is geactiveerd of het toestel
ingeschakeld met een van de
videocomponenten gekozen, zal het toestel
automatisch het videocomponent dat hiervoor
was gekozen als bron instellen. (Indien alle
videocomponenten zijn uitgeschakeld, zal het
toestel automatisch worden uitgeschakeld).
De AUTO MODE indicator licht op het display op.
MANUAL : Kies handmatig de bron.
Opmerkingen:
• Indien u videorecorder als bron kiest, werkt "AUTO1" of "AUTO2"
mogelijk niet wanneer u de videorecorder inschakelt. U moet in dat
geval de weergave starten om de automatische functie te activeren.
• Indien videocomponenten tegelijkertijd werden gekozen, heeft DVD
voorrang boven STB en videorecorder en STB boven videorecorder.
op
*
VOL
VOL
19