PROCEDURE VOOR GEBRUIK DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
Batterijen verwisselen
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg
en moeten worden vervangen als:
U kunt de afstandsbediening met de houder aan de muur of aan een pilaar
● Het lampje RUN op de airconditioner niet
bevestigen. Controleer voordat u de afstandsbediening op deze manier bevestigt
knippert als u de afstandsbediening gebruikt.
● De weergave vervaagt.
of de airconditioner de signalen vanuit die positie goed kan ontvangen.
1 Verwijder het afdekplaatje aan de
achterkant en verwijder de oude batterijen.
2 Plaats de nieuwe batterijen. (SUM-4 of
R03x2)
Let op de ,
en . pool
Waarschuwingen voor het omgaan met de afstandsbediening
3 Sluit het afdekplaatje aan de achterkant.
● Kom niet in de buurt van
4 Stel de huidige tijd in.
Pagina 136
■ Als de weergave niet goed is
De
-knop kunt u indrukken met behulp van de punt
een balpen.
● Plaats geen belemmerende
OPMERKING
Als u de batterijen verwijdert terwijl het voorkomen van
radio-interferentie is ingeschakeld, moet u deze
instelling vernieuwen nadat u de nieuwe batterijen hebt
geplaatst.
■ Het voorkomen van radio-interferentie
inschakelen
Zowel met een druk op de
(terugstel)
● Mors geen water of andere
schakelaar terwijl u de
(richting
luchtstroom) knop ingedrukt houdt, als door
het inleggen van de batterijen terwijl u de
(richting luchtstroom) knop ingedrukt
houdt, kunt u de instellingen veranderen.
Instelling ter
voorkoming
van storing
OPMERKING
● Gebruik niet tegelijk oude en nieuwe batterijen.
● Verwijder de batterijen als u de afstandsbediening
gedurende lange tijd niet gebruikt.
● De levensduur van batterijen die aan JIS of IEC voldoen
is bij normaal gebruik 6 tot 12 maanden. Als de batterijen
langer worden gebruikt of als u ongespecificeerde
batterijen gebruikt, kan er vloeistof uit de batterijen lekken.
Hierdoor kan de afstandsbediening worden beschadigd.
● Op de batterij staat de verwachte levensduur . Deze kan,
afhankelijk van de productiedatum, korter zijn dan die van
de airconditioner. Na afloop van de verwachte levensduur
kan de batterij echter nog steeds bruikbaar zijn.
124
De afstandsbedieninghouder
U plaatst of verwijdert de
afstandsbediening door deze in de
houder naar beneden of naar boven
te schuiven.
● Laat de afstandsbediening niet
hittebronnen, zoals ovens.
in direct zonlicht of ander sterk
licht liggen.
● Laat de afstandsbediening niet
voorwerpen tussen de airconditioner
vallen en ga er voorzichtig mee
en de afstandsbediening.
om.
● Plaats geen zware dingen op
vloeistoffen op de
de afstandsbediening.
afstandsbediening.
BEDRADE AFSTANDSBEDIENING
BEDIENING VAN HET AIRCONDITIONINGSSYSTEEM
● Als u het airconditioningssysteem aan het begin van het betreffende seizoen weer wilt starten of als het systeem
Verzoek:
langere tijd heeft stilgestaan, zet u de schakelaar 12 uur voordat u het airconditioningssysteem start, op (ON)
ter bescherming van het systeem (de stroom wordt in het carter geleid en verwarmt de compressor). Zet de
hoofdschakelaar tijdens het seizoen niet in de uit-stand. (De stroom wordt in het carter geleid terwijl de compressor
uit staat, waardoor deze warm blijft en schade vanwege ophoping van vloeibare koelvloeistof wordt voorkomen.)
● Zet de hoofdschakelaar niet in de uit-stand tijdens het seizoen dat u het systeem gebruikt. Zet de hoofdschakelaar
van een ongebruikte binnenunit ook niet uit; laat deze op "ON" staan. Als de stroomvoorziening naar een van de
binnenunits in hetzelfde systeem is uitgeschakeld, kan er water lekken uit de binnenunit (overstort afvoerwater).
● Zet de hoofdschakelaar uit als u het systeem niet gebruikt om elektriciteit te besparen. (Als de hoofdschakelaar aan blijft staan, wordt de stroom
nog steeds naar de carterverwarming gevoerd en wordt er nog steeds stroom verbruikt ondanks dat het airconditioningssysteem niet aan staat.)
Temperatuur instellen
Ventilatorsnelheidsmodus
Werkingsmodus
Werkingsmodus
Richtlijn voor het instellen van de kamertemperatuur
Cool ............................... 26 tot 28 °C
Dry ................................. 21 tot 24 °C
Heat ............................... 22 tot 24 °C
Fan ................................ het instellen van de kamertemperatuur is niet nodig
● De instellingen van de werkingsmodus, de temperatuur en
het luchtstroomvolume kunnen zelfs worden gewijzigd als
het airconditioningssysteem niet werkt. Als u op een knop
drukt terwijl de airconditioning niet werkt, wordt het betref-
fende display aangezet en kunt u de instelling wijzigen. Het
display blijft drie seconden na het wijzigen van de instelling
aan en wordt daarna automatisch uitgeschakeld.
● De melding "
" knippert en de
werkingsmodus wordt in het volgende geval gewijzigd in
"Fan" omdat de werkingsmodi niet met elkaar overeenkomen.
(1) Als de knop voor het wijzigen van de bedrijfsmodus op verwarming
(inclusief automatische verwarmingsmodus) is ingesteld, terwijl
een alleen voor airconditioning geschikte unit voor buiten wordt
gebruikt:<Gebruik in airconditioning-(ontvochtigings)modus.>
(2) Als de knop voor het wijzigen van de bedrijfsmodus op verwar-
ming is ingesteld, terwijl een multiple-unitbesturing met ge-
mengde, voor twee doeleinden geschikte kachel/airconditioner
en uitsluitend voor airconditioning geschikte units worden
gebruikt.<Gebruik in airconditioning (ontvochtigings)modus.>
1
Druk op de "
"-schakelaar.
Het airconditioningssysteem start.
2
Druk op "
MODE".
De reeks werkingsmodi wordt weergegeven al
naargelang het model van de binnenunit.
Telkens als u op de knop drukt, verschijnt op het display
( DROGEN)" →
de volgende modus in de volgorde "
(KOELEN)" → "
(VENTILATOR)" → "
"
(VERWARMEN)" en tenslotte "
(AUTOMATISCH)".
(Voorbeeldweergave voor automaat ingeschakeld bij
een kachel/airconditioner die voor twee doeleinden
geschikt is.)
3
Druk op de temperatuurinstellingsknoppen.
Druk op
of op
om de kamertemperatuur in te stellen.
4
Druk op "
FAN SPEED".
De reeks werkingsmodi wordt weergegeven al
naargelang het model van de binnenunit.
Bij drie snelheden:
Bij twee snelheden:
Bij een snelheid: de schakelfunctie is uitgeschakeld.
5
Druk op "
LOUVER ".
Als de binnenunit is voorzien van een auto-swingfunctie verschijnt de
melding "
" (automatische luchtstroom-
richting) zodra u op de "
LOUVER "-knop drukt en beweegt
het uitblaasrooster op en neer.
Als de binnenunit niet is voorzien van een autoswingfunctie, verschijnt
de melding "
" (ongeldige handeling).
● Het uitblaasrooster uitschakelen
1. Druk eenmaal op de knop op het moment dat het
rooster beweegt, zodat de stopposities verschijnen.
2. Druk op de gewenste positie nogmaals op de knop
om het rooster op die plaats vast te zetten.
Zie pagina 125
Effectieve stoppositie
Bij automatische werking: middenstand
Bij koelen/ontvochtigen: horizontaal
Bij verwarmen: naar beneden
Zie pagina 125
STOP
Druk op de "
" -schakelaar.