Preventief onderhoud
Inleiding
Voor veilige en correcte werking van het systeem is het nodig preventief onderhoud uit
te voeren zoals het vervangen van filters en het reinigen van het systeem.
Filters vervangen
Vervang de filters als het filteralarm op het bedieningspaneel zichtbaar is (de LED
knippert geel) en het piepsignaal klinkt (eenmaal per uur).
Knippert
Stap
1
Schakel de stroom naar het systeem uit
2
Open de toegangsklep en trek de uitzetter
naar buiten
3
Verwijder de isolatieplaten waarachter zich de
filterelementen bevinden.
Let erop dat de gladde zijde van het
filterelement naar het voordeksel wijst.
4
Verwissel de filters en voer ze af volgens de
plaatselijk geldende wettelijke (milieu)voor-
schriften (brandbaar materiaal).
Let op! De pijlen op de filters moeten omlaag
wijzen!
De filterruimten zijn uitsluitend
bedoeld voor filters!
5
Plaats de isolatieplaten van de filters terug met het gladde oppervlak naar
buiten en het zachte oppervlak naar de zijde van de filters.
6
Schakel de netspanning in.
7
Reset het filteralarm door de toets twee
seconden ingedrukt te houden en sluit daarna
het voordeksel.
Controleer of het indicatielampje op het
bedieningspaneel groen oplicht.
+
Actie
G4/F7 aanvoerlucht
G4 (afvoer)
13