Bediening
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft wat de verschillende functies doen en hoe u ze activeert.
Aanvullende informatie over de afzonderlijke functies kunt u vinden in hoofdstuk
""Werkingsprincipe" op bladzijde 6, of in het hoofdstuk "Instelwaarden" in de
installatiehandleiding.
Energiespaarstand
Om energie te besparen schakelt de display twee minuten na laatste gebruik (aanraken
van een toets) naar de energiespaarstand.
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel wordt bij elk systeem meegeleverd. Hieronder vindt u een
beschrijving van de verschillende toetsen:
Handmatige bypass-
Met deze toets activeert u handmatig de bypassfunctie.
functie (omleiding)
Als het indicatielampje brandt is de functie actief. Handmatig gekozen omleiding blijft
maximaal zes uur actief waarna het systeem automatisch terugkeert naar automatisch
geregelde omleiding.
Automatische
Met deze toets activeert u automatische bediening. Als deze functie actief is, branden
bediening
het indicatielampje en één of meer indicatielampjes van de ventilatorsnelheid.
Handbediening
Met deze toets activeert u handbediening.
Door herhaaldelijk op de toets voor de ventilatorsnelheid te drukken kunt u kiezen uit
ventilatorsnelheid 0 - 4. Als u de ventilator wenst te stoppen drukt u herhaaldelijk op
de toets tot alle lampjes uit zijn. Het systeem en ventilatorsnelheid 4 zijn uitgeschakeld
gedurende vier uur waarna het systeem overschakelt naar handbediening met
ventilatorsnelheid 3.
Openhaardstand
Houd de toets gedurende 6 seconden ingedrukt tot ventilatorsnelheid 3 op het
bedieningspaneel knippert. Het systeem stopt met afvoeren van lucht en blijft
gedurende 15 minuten lucht aanvoeren met ventilatorsnelheid 3.
11