NL
4.4
Contactuitrustingen voor OP-lassen.
4.4.1
Voor enkele draad 3,0 - 6,0 mm
Gebruik lasautomaat A6TF F1 (OP) waarbij het
volgende is inbegrepen:
S
Draadtoevoereenheid (1),
S
Contactstuk D35 (2)
S
Contactwangen (3)
Zorg dat er een goed contact bestaat tussen de
contactwangen en de lasdraad.
4.4.2
Voor dubbele draad 2 x 2,0 - 3,0 mm (D35)
Gebruik lasautomaat A6TF F1 Twin (OP) waarbij
het volgende is inbegrepen:
S
Draadtoevoereenheid (1),
S
Contactstuk D35 (2)
S
Contactwangen (3)
Zorg dat er een goed contact bestaat tussen de
contactwangen en de lasdraad.
S
stuurbuizen (4, 6)
Accessoires
S
Richteenheid (5) voor fijne draad, te bevestigen boven
op de klem van de draadtoevoereenheid (1).
N.B. Bij het monteren van het richtwerk voor fijne draad
de plaat (7) demonteren (indien aanwezig).
N.B. De beschermplaat (8) niet verwijderen.
Instelling van de draad bij Twinarc-lassen:
S
Stel de draden in de naad op een optimaal lasresultaat in door het contactstuk te
draaien. De beide draden kunnen zodanig worden gedraaid dat ze na elkaar zijn
geplaatst op één lijn met de naad of in een willekeurige positie tot 90_haaks op
de naad, d.w.z. met één draad aan elke zijde van de naad.
hfa8o1ha
- 17 -