NL
2.7
Beschrijving van hoofdcomponenten
2.7.1
Wagen
De wagen is vierwielaangedreven. U kunt de wagen blokkeren met de
blokkeerhendel (1).
2.7.2
Houder
Op de houder monteert u onder meer de bedieningskast, de draadtoevoereenheid
en het poederreservoir.
2.7.3
Draadtoevoereenheid
De eenheid geleidt en voert de lasdraad in de het contactstuk.
2.7.4
Handbediend slede
U kunt de horizontale en verticale stand van de laskop instellen met de lineaire
sleden. U kunt de hellingshoek traploos instellen met de ronde slede.
2.7.5
Contactstuk
Stuurt de lasstroom naar de draad tijdens het lassen.
2.7.6
Motor met overbrenging (A6 VEC)
De motor regelt de toevoer van lasdraad.
Kijk in gebruiksaanwijzing 0443 393 xxx, voor meer informatie over de A6 VEC.
2.7.7
Poederhouder/ Poederbuis/ Poedermondstuk
Het poeder wordt in de vultrechter aangebracht en vervolgens naar het werkstuk
gevoerd door de poederbuis en poedermondstuk.
Met de poederklep op de vultrechter wordt geregeld hoeveel poeder er vrijkomt.
Zie "Bijvullen van laspoeder" op pagina 18.
hfa8d1ha
- 11 -