Bereik
Dit stelt het bereik in van verzonden waarden.
fig.05-009
Minimum Maximum
Mode
Dit stelt de schakelmodus in.
fig.05-009
Waarde
LATCH
MOMENTARY
AMP Ctl Op (Amp Control Operation)
Dit selecteert of de AMP CONTROL Jack bediend wordt.
fig.05-009
AMP CONTROL
1 jack
Als de AMP Ctl Op parameter is ingesteld op ON en de AMP Polarity parameter op
Normal is ingesteld, dan werkt de AMP CONTROL met de pedaalfuncties zoals
hieronder staat aangegeven.
fig.05-00fig.05-009
Als het pedaal is ingesteld op OFF
Gitaarversterker
(wissel Jack van versterker kanaal)
Als het pedaal is ingesteld op ON
Gitaarversterker
(wissel Jack van versterker kanaal)
4
Druk, als u klaar bent met bewerken, op [EXIT].
Het beginscherm verschijnt.
5
Sla de instellingen op. Volg hiertoe de instructies van 'Controller nummers
die aan de pedalen zijn toegekend bewaren (Pedaal instellingen) (p. 26).
Toelichting
De ON en OFF wisselen bij elke druk op het pedaal.
De waarde zal ON zijn, als u het pedaal indrukt, en OFF wanneer u het
pedaal loslaat.
AMP CONTROL
2 jack
(AMP CONTROL jack)
(AMP CONTROL jack)
Gesloten
FC-300
Open
FC-300
Control Change modus
De Range parameter is actief,
indien CC#, P.BEND of
CH.PRS geselecteerd zijn.
De Mode parameter en AMP
Ctl Op parameter zijn actief,
indien een regel pedaal of
andere schakelaarfunctie
geselecteerd is. Deze
parameter wordt genegeerd,
als het pedaal als expressie
pedaal wordt gebruikt.
De voor de pedalen gemaakte
instellingen gaan verloren als
er van pedaalinstelling wordt
gewisseld. Om de instellingen
op te slaan, dient u ze als
pedaalinstellingen te bewaren.
Raadpleeg voor meer informa-
"Controller nummers
tie
die aan de pedalen zijn
toegekend bewaren
(Pedaal instellingen)"
26).
U kunt de polariteit van de
AMP CONTROL Jacks wijzi-
gen. Raadpleeg 'De polariteit
van de AMP CONTROL
Jacks instellen' (p. 50), voor
meer informatie.
(p.
25