Dat de netspanning op uw
■
stopcontact overeenkomt
met de nominale spanning
die is vermeld op het
apparaat (typeplaat). De
aangesloten lasten en de
benodigde zekeringwaarde
zijn vermeld op het
identificatieplaatje.
Het apparaat mag niet
■
worden gevoed door een
extern schakelapparaat,
zoals een timer, of worden
aangesloten op een circuit,
dat regelmatig wordt in en
uitgeschakeld door een
nutsbedrijf.
Dat de netstekker en het
■
randaarde stopcontact met
elkaar overeenstemmen en
dat de randaarde correct is
geïnstalleerd.
Dat de elektrische installatie
■
aders heeft van voldoende
grote diameter.
Dat de netstekker te allen
■
tijde vrij toegankelijk is.
Wanneer het niet mogelijk is
te voldoen aan de relevante
regelgeving, dan moet een
schakelaar (2-polige
uitschakelaar) worden
ingebouwd in de permanente
installatie, overeenkomstig
de regelgeving voor
elektrische installaties.
Veiligheidsinstructies
Bij gebruik van een
■
aardlekschakelaar uitsluitend
een exemplaar gebruiken
met het volgende symbool:
z. De aanwezigheid van dit
symbool is de enige manier
om er zeker van te zijn dat
deze voldoet aan alle
geldende regelgeving.
:
Waarschuwing
Kans op elektrische schok /
brand / materiële schade /
schade aan het apparaat!
Wanneer de aansluitkabel van
het apparaat is gewijzigd of
beschadigd, dan kan dit leiden
tot een elektrische schok,
kortsluiting of brand als gevolg
van oververhitting.
De aansluitkabel mag niet
worden geknikt, gekneld of
gewijzigd en mag niet in
contact komen met
hittebronnen.
:
Waarschuwing
Kans op brand / materiële
schade / schade aan het
apparaat!
Het gebruik van
verlengsnoeren of
stekkerdozen kan leiden tot
brand door oververhitting of
kortsluiting.
Sluit het apparaat direct aan op
een geaard stopcontact dat
correct is geïnstalleerd. Gebruik
geen verlengsnoeren,
stekkerdozen of meerweg-
stopcontacten.
nl
7