Als de FAN CONTROL op AUTO staat:
Verwarmen (HEAT):
De ventilator zal optimaal de warme lucht laten circuleren. De ventilatordraait echter heel langzaam
als de uitgeblazen lucht te koud is.
Koelen (COOL):
Zodra de ruimtetemperatuur in de automatische (AUTO) functie de ingestelde temperatuur bereikt
heeft, schakelt de ventilator automatisch over op de lage snelheid.
Luchtsnelheid (FAN):
Als het verschil tussen de ruimtetemperatuur en de ingestelde temperatuur is teruggebracht of ver-
hoogd, dan wordt de snelheid van de ventilator aangepast.
Automatische herstart
• Als de airconditioner uitvalt door een stroomstoring, dan zal deze automatisch worden herstart en
in dezelfde functie doorgaan als voor de stroomstoring.
• Wordt in de directe omgeving van de airconditioner gebruik gemaakt van een radio of een elektrisch
scheerapparaat (korte golf), dan kan het gebeuren dat de airconditioner wordt verstoord. Plaats
de stekker opnieuw in het stopcontact. Gebruik de afstandsbediening om de airconditioner opnieuw
op te starten.
Over verwarmen
• Deze airconditioner werkt volgens het warmtepomp-principe; hij absorbeert warmte van de
buitenunit en transporteert deze warmte naar de binnenunit. Dit betekent dat de koelprestaties
teruglopen als de buitentemperatuur daalt. Dit houdt in, dat bijverwarming noodzakelijk kan zijn.
• Warmtepomp airconditioners verwarmen de ruimte door middel van luchtcirculatie. Het kan enige
tijd duren voordat de ruimte op temperatuur is.
Warm begin
De airconditioner voorkomt het uitblazen van koude lucht aan het begin van de verwarmingsfunctie
doordat de ventilator pas gaat draaien als de warmtewisselaar de ingestelde temperatuur heeft
bereikt.
Automatisch ontdooien
Wanneer verwarmen wordt gebruikt bij lage buitentemperaturen en hoge vochtigheid kan de buiten-
unit invriezen, waardoor de prestaties teruglopen. Om dit te voorkomen zal de microcomputer-
processor de defrost operation inschakelen. De airconditioner zal nu tijdelijk stoppen om de defrost
operation zijn werk te laten doen (4 - 15 min).
Meerdere units op één afstandsbediening
Met één afstandsbediening kunnen maximaal 16 airconditioners worden bestuurd.
Alle airconditioners kunnen met dezelfde instellingen worden bediend.
Tweede afstandsbediening
Er kunnen twee afstandsbedieningen worden gekoppeld aan één airconditioner. De airconditioner zal
werken aan de hand van de laatst ingestelde afstandsbediening. Beide afstandsbedieningen vertonen
dezelfde display. De timerfuncties werken echter niet op de tweede afstandsbediening.
Let op
• Tijdens het gebruik van de verwarmingsfunctie, zal de binnenunit af en toe korte perioden
beginnen met ontdooien. Tijdens het ontdooien, als de gebruiker de binnenunit weer op de ver-
warmingsfunctie zet, zal het ontdooien doorgaan en het verwarmen zal dan beginnen na het
bëeindigen van het ontdooien. Het gevolg hiervan is dat het een tijdje kan duren voordat er warme
lucht zal worden aangevoerd.
• Tijdens het gebruik van de verwarmingsfunctie kan de ombouw van de binnenunit warm worden.
Dit gebeurt omdat de koelvloeistof wordt gecirculeerd door de binnenunit, zelfs als deze is uit-
geschakeld, dit is geen technische fout.
wordt zichtbaar op de afstandsbediening.
13