Inhoudsopgave 1. Voorzorgsmaatregelen veiligheidsvoorschriften 2. Omschrijving van de functies 3. Benaming en functie van onderdelen binnenunit, buitenunit, afstandsbediening 4. Voorbereiding inschakelen van de apparatuur, voorbereiden van de afstandsbediening, instellen van de tijd, gebruik van de afstandsbediening, houder van de afstandsbediening 5.
1. voorzorgsmaatregelen • Lees voor het gebruiken van deze airconditioner het bedieningsvoorschrift zorgvuldig door. Werk volgens de aanwijzingen. • De instructies in deze alinea hebben betrekking op de veiligheid. Houd bij het gebruik van de airconditioner rekening met de veiligheidsvoorschriften. Veiligheidsvoorschriften •...
2. Omschrijving van de functies Inverter functie Direct na het inschakelen van de airconditioner wordt extra vermogen gebruikt om de ruimte snel op de ingestelde temperatuur te brengen. Daarna schakelt de unit automatisch over naar een lager vermogen. Energiebesparende functie In de energiebesparende functie is de temperatuur tijdens de koelfunctie iets hoger dan de ingestelde waarde.
3. Benaming en functie van onderdelen irconditioner en condensingunit fig. 2 fig. 1 fig. 3 fig. 4 BINNENUNIT (fig. 1) 6. TIMER-lampje (oranje) Wanneer dit lampje knippert als de timer 1. Bedieningspaneel (fig. 2) 2. M NU L/ UTO-toets in werking is, dan duidt dit op een fout •...
Pagina 6
3. Benaming en functie van onderdelen fstandsbediening fig. 6 fig. 7 Duidelijkheidshalve zijn alle mogelijke instel- lingen in de illustratie weergegeven. Normaal gesproken zijn alleen de actuele indicatoren zichtbaar in de display. FST NDSBEDIENING (fig. 6) 27. Instel-toets (SET) 14. Signaalzender 28.
4. Voorbereiding Inschakelen van de apparatuur 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Zet de eventuele hoofdschakelaar op ON. Voorbereiding van de afstandsbediening Plaatsen van de batterijen (RO3, LRO3 of x 2) 1. Druk op het klepje aan de achterzijde van de afstandsbediening en schuif het in de richting van de pijl.
Gebruik van de afstandsbediening • De afstandsbediening moet op de signaalontvanger van de airconditioner worden gericht. • Bereik: ongeveer 7 meter. • ls een signaal door de airconditioner wordt ontvangen hoort u een pieptoon. • Druk de toets nogmaals in als u geen pieptoon hoort. Houder voor de afstandsbediening •...
5. Instellen van de functies Instellen van de gewenste functie 1. Druk op de ST RT/STOP-toets. Het OPER TION- lampje (groen) gaat branden De airconditioner start. 2. Druk op de MODE-toets en selecteer de gewenste functie. De functie verschijnt op de display. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt verschijnen de functies in de onderstaande volgorde: Na 3 seconden verschijnen de eerder ingestelde functies weer...
ls de F N CONTROL op UTO staat: Verwarmen (HE T): De ventilator zal optimaal de warme lucht laten circuleren. De ventilatordraait echter heel langzaam als de uitgeblazen lucht te koud is. Koelen (COOL): Zodra de ruimtetemperatuur in de automatische ( UTO) functie de ingestelde temperatuur bereikt heeft, schakelt de ventilator automatisch over op de lage snelheid.
Koelen (COOL) • Deze functie wordt gebruikt voor het koelen van de ruimte. Ontvochtigen (DRY) • Deze functie wordt gebruikt bij geleidelijke koeling en tegelijkertijd voor ontvochtiging van de ruimte. • De ruimte kan niet verwarmd worden tijdens het ontvochtigen. •...
6. Extra Vermogen functie Gebruik deze functie voor het snel koelen of verwarmen van de ruimte. Start de airconditioner alvorens deze functie te selecteren. Inschakelen van de functie Druk op de POWERFUL-toets. Uitschakelen van de functie Druk nogmaals op de POWERFUL-toets. De airconditioner hervat de normale functie. Bijzonderheden van de Extra Vermogen functie Koelen/Ontvochtigen •...
8. Timerfunctie Controleer of de afstandsbediening de juiste tijd aangeeft, voor u gaat werken met de TIMER functie. Gebruik van de ON TIMER of de OFF TIMER 1. Druk op de ST RT/ STOP toets (indien de airconditioner al in werking is, ga naar stap 2). Het groene lampje op de airconditioner gaat branden.
9. Slaapfunctie (SLEEP) In tegenstelling tot de andere timerfuncties, wordt de slaapfunctie gebruikt om de airconditioner na een bepaalde tijd (bijv. 2 uren) uit te schakelen. Gebruik van de slaapfunctie Tijdens het wel of niet in werking zijn van de airconditioner drukt u op de SLEEP-toets. Het OPER TION lampje (groen) en het TIMER lampje (oranje) gaan branden.
10. Instellen luchtuitblaasrichting Gebruik de afstandsbediening voor het verstellen van de verticale uitblaasrichting. Met behulp van de SET toets kan een op- en neergaande luchtstroom worden geregeld. De horizontale luchtstroom van links naar rechts kan worden geregeld door de lamellen met de hand te verstellen. Verticale verstelling luchtuitblaasrichting Druk op de SET-toets.
11. Swingfunctie Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld. Instellen van de swingfunctie Druk op de SWING-toets. De SWING-display gaat branden. In deze stand zullen de luchtuitblaas- lamellen automatisch op en neer bewegen voor een gelijkmatige luchtstroom. Stoppen van de swingfunctie Druk opnieuw op de SWING-toets.
13. Manual auto functie Gebruik de manual auto toets als de afstandsbediening weg of onbruikbaar is (het bedieningspaneel zit onder het luchtinlaatrooster). Gebruik van de manual auto functie Druk langer dan 3 seconden (maar korter dan 10 seconden) op de M NU L UTO-toets op het bedieningspaneel.
15. Onderhoud en schoonmaak LET OP! • Trek voor u begint met schoonmaken de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar uit. • Zorg dat het luchtinlaatrooster goed is bevestigd. • Let op bij het verwijderen en vervangen van de luchtroosters voor de warmtewisselaar. anraking kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Reinigen van het luchtfilter Verwijderen van het luchtfilter Open het luchtrooster en verwijder het luchtfilter. 1. Pak het handvat van het luchtfilter vast, maak de beide haakjes los en haal het filter uit de behuizing. Luchtfilter (links en rechts Handgreep luchtfilter haken (2 plaatsen) Reinigen Verwijder het stof met de stofzuiger of met water.
Reinigen van het luchtreinigingsfilter 1.Open het luchtinlaatrooster en verwijder de luchtfilters. Filterframe aansluitpunten (6 plaatsen) aansluitpunten (6 plaatsen) luchtfilter (Voor de duidelijkheid is in de illustratie het luchtinlaatfilter weggelaten.) 2.Bevestig de luchtreinigingsset aan het frame van het frontpaneel. • Plaats het luchtreinigingsfilter in de 6 aansluitpunten van het filterframe. 3.Plaats de beide luchtfilters terug en sluit het luchtinlaatrooster.
Over het luchtreinigingsfilter Polyphenol Catechin ir Cleaning Filter (één laag) • De luchtreinigingsfilters zijn wegwerpfilters. (Ze kunnen niet worden gewassen en hergebruikt.) • Gebruik de filters zo snel mogelijk na het openen van de verpakking. (Het reinigend vermogen neemt af, als de filters in geopende verpakking worden bewaard.) •...
16. Problemen RSCHUWING! Zet in geval van storing (brandlucht, etc.) onmiddellijk de airconditioner stop. Sluit de stroom af en raadpleeg de erkende installateur voor verdere actie. ls u de stroom uitschakelt, doe dit dan niet alleen op de airconditioner. De stroom staat dan nog steeds op het toestel. Zet dus de hoofdschakelaar op OFF en/of trek de stekker uit het stopcontact.
Pagina 23
Storing probleem pagina • Wanneer de airconditioner start in de stand ver- warmen, is de ventilatorsnelheid tijdelijk zeer laag om de interne onderdelen gelegenheid te geven op te warmen. • ls gedurende de stand verwarmen de ruimte- temperatuur stijgt tot boven de temperatuurinstel- ling, zal de buitenunit stoppen en de binnenunit op lage snelheid gaan draaien.
17. Bijzonderheden van de werking Stroomstoring • ls de airconditioner uitvalt door een stroomstoring, dan zal deze automatisch worden herstart en in dezelfde functie doorgaan als voor de stroomstoring. • Bij stroomuitval gaan de lamellen naar de standaardinstelling bij herstarten. •...