Inhoudsopgave
Advertenties
Indien de hoofdbrander WEL blijft branden:
11. Maak de ruit schoon voor de eerste ingebruikname zoals beschreven in de gebruikershandleiding. Monteer
vervolgens de ruit zoals beschreven in hoofdstuk 8.
12. Herhaal de ontstekingsprocedure enkele malen en voer de controles uit zoals beschreven in paragraaf 10.3.2.
13. De hoofdbrander dient bij elke ontsteekpoging vlot te ontsteken en moet blijven branden.
14. Maak de ruit schoon na de eerste keer stoken zoals beschreven in de gebruikershandleiding.
3
Wacht altijd 5 minuten met het opnieuw ontsteken van het toestel.
Zet het toestel bij de eerste keer stoken op volstand. Tijdens het stoken kan het vlambeeld beïnvloed worden en een
onaangename geur ontstaan door het uitdampen van vluchtige componenten. Dit proces kan meerdere uren in beslag
nemen. Ventileer de ruimte goed en verwijder huisdieren uit de ruimte (Zie hoofdstuk 3 van de Gebruikershandleiding).
10.3.2 Ontsteking brander(s)
3
- Het ontstekingsmechanisme moet de hoofdbrander(s) binnen enkele seconden en zonder ploffen laten ontsteken.
- De hoofdbrander(s) dient vloeiend, zonder ploffen en over de volledige brander te ontsteken en blijven branden.
- De tweede brander (indien van toepassing) dient vloeiend over de hele lengte van de brander(s) te ontsteken en
blijven branden.
- Wanneer het toestel na drie mislukte startpogingen niet ontsteekt gaat deze voor 30 minuten in hard lock-out om een
gevaarlijke ophoping van gas te voorkomen. Zorg dat er geen gas meer in het toestel aanwezig is voordat er een
nieuwe ontsteekpoging wordt gedaan. Ontsteek het toestel als bij een eerste ontsteking zoals beschreven in paragraaf
10.3.1.
1
Controleer het juist ontsteken van de hoofdbrander vanuit koude toestand.
2
Wanneer er vonken tussen de elektrodes van het ontstekingsmechanisme worden waargenomen dient de hoofdbrander
binnen enkele seconden te ontsteken.
3
Wanneer er GEEN vonken worden waargenomen is het NIET toegestaan verder te gaan met de procedure. Raadpleeg het
schema met foutmeldingen (Bijlage 1: Storingen).
10.4 Vlambeeld
Bij de eerste keer stoken wordt het vlambeeld onder andere beïnvloed door het uitdampen van bijvoorbeeld vluchtige
componenten uit verf en andere materialen. Bij een koude start dient het toestel altijd eerst op temperatuur te komen
voordat het vlambeeld beoordeeld kan worden.
2
Het vlambeeld en een goed vlamoverloop kunnen alleen beoordeeld worden bij een gemonteerde en/of gesloten ruit.
1
Controleer of het vlambeeld goed is.
1
Raadpleeg het schema met foutmeldingen (Bijlage 1: Storingen) als het vlambeeld niet goed is.
Ins tal lati ehandleiding
57
Advertenties
Inhoudsopgave
