8.2.2 Luchtinlaatgeleider
Luchtinlaatgeleider 1 is gemonteerd en luchtinlaatgeleider 2 wordt los meegeleverd. Ga voor het vervangen of
verwijderen van luchtinlaatgeleider 1 als volgt te werk (zie Afb. 8-6):
1
Neem de ruit uit het toestel (zie paragraaf 8.1.3).
1
Draai de parkers uit de achterste plaat rondom de brander (1) en verwijder deze.
1
Verwijder luchtinlaatgeleider 1 achter onderin het toestel (2).
1
Plaats de luchtinlaatgeleider 2 en zet deze vast met de parkers (3). In dien er geen luchtinlaatgeleider van toepassing is
moeten de parkers terug in het toestel worden geplaatst.
1
Schroef de achterste plaat rondom de brander weer terug (4).
1
Plaats de ruit terug nadat de houtset juist is geplaatst (zie paragraaf 8.3).
1
3
8-6
Ins tal lati ehandleiding
39
2
4
38C-2626