Problemen met beelden oplossen
a
Controleer de kabels die uw videobron verbinden met de projector. Ze
moeten:
• Gescheiden zijn van de voedingskabel om interferentiestoring te
voorkomen
• Veilig aangesloten zijn op beide uiteinden
• Niet aangesloten zijn op een verlengsnoer
b
Als u de beeldvorm hebt aangepast met de bedieningselementen van de
projector, probeert u de instelling Scherpte in het menu Beeld van de
projector te verlagen om de beeldkwaliteit te verbeteren.
Beeld > Aangepaste instellingen > Scherpte
s
c
Als u een verlengsnoer hebt aangesloten, kunt u proberen te projecteren
zonder dit snoer om te zien of deze de storing in het signaal
veroorzaakt.
d
Selecteer een computervideoresolutie en vernieuwingsfrequentie die
compatibel zijn met de projector.
g g Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Beeld"
Een beeld met een onjuiste helderheid of kleuren
aanpassen
Als het geprojecteerde beeld te donker of te helder is of als de kleuren onjuist
zijn, probeer de volgende stappen totdat het probleem opgelost is:
a
Probeer verschillende kleurmodi voor uw beeld en omgeving door de
instelling Kleurmodus in het menu Beeld van de projector te
selecteren.
b
Controleer de instellingen van uw videobron.
pag.60
c
Pas Aangepaste instellingen en Kleurtemperatuur aan in het menu
Beeld voor de huidige ingangsbron.
d
Controleer of u de juiste instelling voor Videobereik HDMI hebt
opgegeven in het menu Beeld van de projector, indien beschikbaar voor
uw beeldbron.
e
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten op de projector en uw
video-apparaat. Als u lange kabels hebt aangesloten, kunt u proberen
kortere kabels te gebruiken.
f
Plaats de projector dicht genoeg bij het scherm.
g g Verwante koppelingen
• "Instellingen Beeldkwaliteit - Menu Beeld"
Aanpassen van een afbeelding die ondersteboven
ligt
Als het geprojecteerde beeld ondersteboven ligt, selecteert u de juiste
projectiemodus.
Weergeven > Projectie
s
g g Verwante koppelingen
• "Instellingen projectorfunctie - Menu Weergave"
79
pag.60
pag.64