Externe statische druk (Pa)
M
SW
—
15~63
13(23)
6
01
30
02
—
03
30
04
40
05
50
06
60
07
70
08
80
09
90
10
100
11
110
12
120
13
130
14
140
15
150
Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij
thermostaat UIT.
1 Als u de ventilatoren op werking hebt ingesteld, stel dan ook de
luchtvolumesnelheid in:
Als u wilt...
(2)
Thermostaat UIT
L
tijdens koelen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
(2)
Thermostaat UIT
L
tijdens verwarmen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
(a)
Gebruik alleen in combinatie met de optionele remote sensor of
wanneer de instelling M 10 (20), SW 2, — 03 wordt gebruikt.
Instelling: Tijd om filter te reinigen
Deze instelling moet overeenstemmen met de luchtvervuiling in de
kamer. Zij bepaalt het interval waarop de melding "Time to clean
air
filter"
(tijd
om
het
gebruikersinterface verschijnt.
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
• LL: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld bij thermostaat UIT)
• L: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld door gebruikersinterface)
• Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de gebruikersinterface
ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
• Monitoring 1, 2: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met LL (Monitoring 1) of L (Monitoring 2) om de
kamertemperatuur te detecteren.
FXSA15~140A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599602-1C – 2022.02
(1)
Klasse
80+100
125+140
40
50
—
—
—
—
40
—
50
50
60
60
70
70
80
80
90
90
100
100
110
110
120
120
130
130
140
140
150
150
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
6
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
12 (22)
3
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
luchtfilter
te
reinigen)
op
Voor een interval van...
(luchtvervuiling)
±2500 u (licht)
±1250 u (zwaar)
Melding AAN
Melding UIT
Instelling: Selectie thermostaatsensor
Deze
instelling
moet
thermostaatsensor van de afstandsbediening wordt gebruikt.
Wanneer de thermostaatsensor van de
afstandsbediening...
Wordt gebruikt in combinatie met de
thermistor van de binnenunit
Niet wordt gebruikt (alleen thermistor
binnenunit)
Exclusief wordt gebruikt
Instelling: Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote
sensor wordt gebruikt)
Als het systeem over een remote sensor beschikt, de stappen voor
verhogen/verlagen instellen.
Als u de stappen wil veranderen in...
1°C
0,5°C
Instelling: Differentieel voor automatische omschakeling
Stel het temperatuurverschil tussen het instelpunt koelen en het
instelpunt verwarmen in de automatische stand in (beschikbaarheid
afhankelijk van het systeemtype). Het differentieel is het instelpunt
koelen min het instelpunt verwarmen.
Als u wil ...
instellen
0°C
12 (22)
1°C
2°C
3°C
4°C
5°C
de
6°C
7°C
16 Configuratie
Dan
M
SW
10 (20)
0
3
overeenstemmen
met
Dan
M
SW
10 (20)
2
Dan
M
SW
12 (22)
2
(1)
Dan
Voorbeeld
M
SW
—
4
01
koelen 24°C/
verwarmen 24°C
02
koelen 24°C/
verwarmen 23°C
03
koelen 24°C/
verwarmen 22°C
04
koelen 24°C/
verwarmen 21°C
05
koelen 24°C/
verwarmen 20°C
06
koelen 24°C/
verwarmen 19°C
07
koelen 24°C/
verwarmen 18°C
08
koelen 24°C/
verwarmen 17°C
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
(1)
—
01
02
01
02
hoe/of
de
(1)
—
01
02
03
(1)
—
01
02
23